Operation Manual
SR 200
Nederlands
88
Doseerstuk
N Doseerstuk (1) draaien – de
opbrengst is traploos instelbaar
Stand 1 = minimale doorstroming
Stand 6 = maximale doorstroming
De cijfermarkeringen op het doseerstuk
moeten hierbij in lijn worden gebracht
met de nok (2) onder het doseerstuk
Opbrengst
De opbrengst (l/min) is afhankelijk van
de stand van het doseerstuk en de hoek
van de spuitlans.
Opbrengst (l/min) zonder drukpomp
Opbrengst (l/min) zonder drukpomp met
ULV-sproeier
Opbrengst (l/min) met drukpomp
(speciaal toebehoren)
Opbrengst (l/min) met drukpomp
(speciaal toebehoren) en ULV-sproeier
Doorstroomhoeveelheid controleren
N Het apparaat op de grond plaatsen
N Het spuitmiddelreservoir tot aan de
10 liter-markering met water vullen
Apparaten zonder drukpomp
N Het doseerstuk "standaard" in de
doseerstand 6 plaatsen
N Apparaat starten
N Met een horizontaal gehouden
spuitlans bij vol gas de inhoud van
het spuitmiddelreservoir tot aan de
5 liter-markering vernevelen en de
hiervoor benodigde tijd meten
De tijd die nodig is voor het vernevelen
van 5 liter vloeistof moet tussen de 110
en 150 seconden liggen.
Apparaten met drukpomp (speciaal
toebehoren)
N Doseerstuk 2.0 in de sproeier
plaatsen
N Apparaat starten
N Met een horizontaal gehouden
spuitlans bij vol gas de inhoud van
het spuitmiddelreservoir tot aan de
5 liter-markering vernevelen en de
hiervoor benodigde tijd meten
De tijd die nodig is voor het vernevelen
van 5 liter vloeistof moet tussen de 100
en 130 seconden liggen.
2
1
2431BA022 KN
0811BA019 KN
Spuitlanshoek
Doseerstand - 30° 0° + 30°
1 0,240,170,11
2 0,820,660,46
3 1,421,130,84
4 2,2 1,66 1,1
5 2,692,131,46
6 2,912,251,52
Spuitlanshoek
Doseerstand - 30° 0° + 30°
0.5 0,050,040,03
0.65 0,08 0,07 0,05
0.8 0,120,090,08
Spuitlanshoek
Doseerstand - 30° 0° + 30°
1.0 0,64
1.6 1,7
2.0 2,59
Spuitlanshoek
Doseerstand - 30° 0° + 30°
0.5 0,15
0.65 0,2
0.8 0,37