User Instructions

Table Of Contents
0478 131 9942 C - NL
296
Bevestig de geselecteerde taal met
de OK-toets of selecteer "Wijzigen"
en selecteer een andere taal.
Voer desgevraagd het 9-cijferige
serienummer van de robotmaaier in. U
vindt dit nummer op het typeplaatje
(sticker in het vak onder de
bedieningsconsole).
Stel de huidige datum met behulp
van het stuurkruis in en bevestig
deze met de OK-toets.
Stel de huidige tijd met behulp van
het stuurkruis in en bevestig deze
met de OK-toets.
9.9 Dockingstation installeren
Sluit de voedingskabel op het
dockingstation aan. (Ö 9.2)
Leg bij het installeren van het
dockingstation aan een wand de
voedingskabel onder de bodemplaat.
(Ö 9.1)
Zet het dockingstation (B) op de gewenste
locatie met vier haringen (H) vast.
Installeer de netvoeding buiten het
maaivlak, beschermd tegen direct
zonlicht en vocht – bevestig deze zo
nodig aan een muur.
Leg alle voedingskabels buiten het
maaivlak, met name ook buiten het
bereik van het maaimes en zet deze
vast aan de bodem of berg deze op in
een kabelgoot.
Rol de voedingskabel in de buurt van
het dockingstation uit om storingen van
het draadsignaal te vermijden.
Sluit de voedingsstekker aan.
Lees het hoofdstuk "Aanwijzingen
voor dockingstation" (Ö 9.1) en de
installatievoorbeelden (Ö 27.) in
deze gebruiksaanwijzing door.
De voeding werkt alleen bij een
omgevingstemperatuur die
tussen C en 40 °C ligt.
Op het dockingstation knippert de
rode led snel, zolang als er geen
begrenzingsdraad aangesloten is.
(Ö 13.1)