User Instructions

Table Of Contents
323
DEENFRIT NL
0478 131 9944 C - NL
Zoeklussen bij doorgangen:
Links en rechts naast de toegang tot de
doorgang moeten twee zoeklussen (1) in
een hoek van 90° ten opzichte van de
begrenzingsdraad worden geïnstalleerd,
en wel altijd in het gedeelte van het
maaivlak dat alleen via een doorgang kan
worden bereikt.
Minimale afstand tot de toegang tot de
doorgang: 2m
Installatie van een zoeklus:
Zoeklussen mogen niet in de buurt van
hoeken worden geïnstalleerd.
Minimale afstand tot hoeken: 2m
Installeer de zoeklus zoals afgebeeld in
het gazon. De begrenzingsdraad (1) moet
aan de rand A met twee
bevestigingspennen op de bodem worden
bevestigd. De draden mogen elkaar niet
kruisen.
Minimale lengte: 100 cm
Breedte: 1cm
Maak de zoeklus met voldoende
bevestigingspennen aan de bodem
vast.
12.13 Precies langs randen maaien
Minimale breedte van de stenen:
Leg de begrenzingsdraad op 28 cm
afstand van de hindernis. Om ervoor te
zorgen dat de rand van het gazon volledig
wordt gemaaid, moeten de stenen ten
minste 26 cm breed zijn. Als bredere
stenen worden gelegd, wordt de rand van
het gazon nog preciezer gemaaid.
12.14 Afhellend terrein in het maaivlak
Om ervoor te zorgen dat de robotmaaier in
een afhellend gedeelte van het maaivlak
(helling tot 15°) automatisch en zonder
storingen kan maaien, moet bij de
Als meerdere doorgangen achter
elkaar zijn geïnstalleerd, moeten in
elk betreffend maaivlak zoeklussen
worden geïnstalleerd.
Bij een verplaatsing van 6 cm
ontstaat langs hoge hindernissen
een tot 26 cm brede strook met
ongemaaid gras. Zo nodig kunnen
stenen om hoge hindernissen
worden gelegd.
Aanwijzing:
Voor een robuuste installatie wordt
aangeraden dat de
begrenzingsdraad met een
maximaal hoogteverschil van +/-
10° (17 %) wordt gelegd. De draad
kan tot een hoogteverschil van +/-
15° (27 %) worden gelegd, maar
het leggen van de draad en de
ligging ervan kan daardoor duidelijk
lastiger worden. Ook moeten de
hellingen duidelijk op
tuintekeningen worden
aangegeven.