User Instructions

Table Of Contents
0478 131 9944 C - NL
314
Selecteer de gewenste stand en
bevestig met OK. Voer desgewenst een
4-cijferige pincode in.
Diefstalbeveiliging:
als de maaier langer dan 10 seconden bij
de greep omhoog wordt gehouden of
gekanteld, verschijnt de vraag om de
pincode. Als de pincode niet binnen 1
minuut wordt ingevoerd, klinkt er een
alarmtoon en wordt de automaat
uitgeschakeld.
Koppelgrendel:
vraag om pincode voor het koppelen van
robotmaaier en dockingstation.
Resetgrendel:
vraag om pincode voor het terugzetten van
het apparaat op fabrieksinstellingen.
Tijdblokkering:
vraag om pincode voor het wijzigen van
een instelling, wanneer er langer dan 1
maand geen pincode meer ingevoerd is.
Instelbescherm.:
vraag om de pincode, wanneer
instellingen worden gewijzigd.
3. GPS-beveiliging (RMI 422 PC):
positiebewaking in- of uitschakelen.
(Ö 5.9)
4. Pincode wijzigen:
de 4-cijferige pincode kan zo nodig
worden gewijzigd.
Voer eerst de oude pincode in en
bevestig deze met OK.
Stel de nieuwe 4-cijferige pincode in en
bevestig deze met OK.
5. Startsignaal:
in- of uitschakelen van het
akoestische signaal dat klinkt
voordat het maaimes wordt ingeschakeld.
6. Meldsignaal:
in- of uitschakelen van het
akoestische signaal dat klinkt
wanneer de robotmaaier tegen een
hindernis rijdt.
7. Menusignaal:
in- of uitschakelen van het
akoestische kliksignaal dat klinkt
wanneer er een menu wordt geopend of
een optie met OK wordt bevestigd.
8. Speelstop:
als de stootsensor in korte tijd meerdere
keren wordt geactiveerd, stoppen de
robotmaaier en het maaimes.
Als de stootsensor niet meer wordt
geactiveerd, maait de robotmaaier na
enkele seconden automatisch door.
9. Toetsenblok.:
na het inschakelen van de
toetsenblokkering kunnen de
toetsen op het display alleen
worden bediend wanneer eerst de toets
Terug ingedrukt wordt gehouden en
daarna het stuurkruis naar voren wordt
gedrukt.
De toetsenblokkering wordt 2 minuten na
de laatste bediening van de toetsen actief.
10 iMow + Dock koppelen:
De robotmaaier werkt na de eerste
ingebruikname uitsluitend met het
geïnstalleerde dockingstation.
Na het vervangen van het dockingstation
of van elektronische onderdelen in de
robotmaaier of voor de ingebruikname van
de robotmaaier op een ander maaivlak
met een ander dockingstation, moeten de
robotmaaier en het dockingstation worden
gekoppeld.
Installeer het dockingstation en sluit de
begrenzingsdraad aan. (Ö 9.8),
(Ö 9.10)
Til de robotmaaier aan de handgreep (1)
iets op om de aandrijfwielen te ontlasten.
Schuif het apparaat op de voorwielen in
het dockingstation.
Advies:
schakel GPS-beveiliging altijd in.
Voer vóór het inschakelen het
mobiele-telefoonnummer van de
eigenaar in de app (Ö 10.) in en
stel op de robotmaaier
veiligheidsstand "Laag", "Middel" of
"Hoog" in.
De menuoptie "Pincode wijzigen"
verschijnt alleen bij de
veiligheidsstanden "Laag", "Middel"
of "Hoog".
STIHL adviseert om de gewijzigde
pincode te noteren.
Als de pincode 5 keer onjuist
ingevoerd is, is een 4-cijferige
mastercode nodig. Bovendien
wordt de automaat uitgeschakeld.
Voor het genereren van de
mastercode moet u de STIHL
vakhandelaar het 9-cijferige
serienummer en de 4-cijferige
datum, die op het selectievenster
verschijnen, doorgeven.