User Instructions

Table Of Contents
0478 131 9944 C - NL
300
9.12 Installatie testen
Start de rit langs de rand door de OK-
toets in te drukken – het maaimes
wordt daarbij niet geactiveerd.
Sluit de klep van de robotmaaier. (Ö 15.2)
Pas als de klep gesloten is, start de
robotmaaier zelfstandig en rijdt deze een
ronde om het maaivlak langs de
begrenzingsdraad.
Loop tijdens het afrijden van de rand
achter de robotmaaier aan en let erop,
dat de robotmaaier de rand van het
maaivlak zoals gepland volgt,
dat de afstanden tot hindernissen en tot
de grenzen van het maaivlak in orde
zijn,
dat het uit- en indocken goed werkt.
Op het display wordt de afgelegde afstand
weergegeven – deze meting is nodig voor
het instellen van startpunten aan de rand
van het maaivlak. (Ö 11.14)
Lees op het gewenste punt de
weergegeven waarde af en noteer
deze. Stel het startpunt na de eerste
installatie handmatig in.
Het afrijden van de rand wordt
automatisch door hindernissen of door het
rijden op te grote hellingen of handmatig
door het indrukken van de STOP-toets
onderbroken.
Als het rijden langs de rand
automatisch is onderbroken, corrigeer
dan de positie van de
begrenzingsdraad of verwijder de
hindernissen.
Controleer vóór het verder afrijden van
de rand de positie van de robotmaaier.
Het apparaat moet op de
begrenzingsdraad of binnen het
maaivlak met de voorkant richting
begrenzingsdraad staan.
Verder na een onderbreking:
Ga na een onderbreking met OK verder
met afrijden van de rand.
Neem contact op met de
vakhandelaar als het draadsignaal
niet goed kan worden ontvangen en
de beschreven maatregelen geen
oplossing bieden.
De robotmaaier rijdt na de eerste
installatie werkend afwisselend in
beide richtingen langs de rand van
het maaivlak. Daarom moet het
afrijden van de rand bij de eerste
installatie ook in beide richtingen
worden gecontroleerd.
RMI 422 PC:
Met de rit langs de rand wordt het
beginbereik van de robotmaaier
gedefinieerd. (Ö 14.5)
Als de robotmaaier vóór aanvang
van de rit langs de rand geen GPS-
signaal ontvangt, verschijnt op het
display de tekst "Wacht op GPS".
Als er geen GPS-signaal wordt
ontvangen, begint de robotmaaier
na enkele minuten toch met de rit
langs de rand. Op een later tijdstip
moet dan de functie "Rand testen"
(Ö 11.14) worden uitgevoerd om de
GPS-beveiliging te kunnen
gebruiken, omdat er anders geen
beginbereik is gedefinieerd.
STIHL adviseert de rit langs de
rand niet af te breken. Mogelijke
problemen bij het afrijden van de
rand van het maaivlak of bij het
indocken worden wellicht niet
herkend.
De rit langs de rand kan
desgewenst na de eerste installatie
opnieuw worden gemaakt.
(Ö 11.14)