Instruction Manual

Table Of Contents
0478 670 9907 D - NL
76
Tijdstip:
het beste tijdstip voor het jaarlijkse
verticuteren is het vroege voorjaar.
Bewerkt u het gazon meer dan eenmaal
per jaar met de verticuteermachine, dan
mag dit niet hartje zomer en ook niet in de
tweede helft van de herfst plaatsvinden.
Het gazon heeft na het verticuteren een
paar weken rust nodig. Het is daarom
optimaal om het gazon tijdens de
groeifase in het voorjaar te verticuteren.
Sterk vervilte gazons moet u tweemaal per
jaar behandelen: de eerste keer in het
voorjaar en de tweede keer in het najaar.
Voorbereiding van de grasmat:
maai het gras vóór het verticuteren af tot
een hoogte van ca. 2 tot 3 cm.
Hoe korter het gras is gemaaid, des te
beter u het kunt verticuteren.
Het gazon mag niet net ingezaaid, nat of al
te droog zijn.
Tips voor het beste werkresultaat:
haal de bodem slechts oppervlakkig
open, om de graswortels niet te
beschadigden. (Ö 7.6)
Laat de verticuteermachine in rechte en
evenwijdige banen rijden.
Houd een constante rijsnelheid aan.
Zet de verticuteereenheid vóór het
keren altijd in de transportstand.
(Ö 7.5)
Blijf niet te lang op één punt stilstaan.
Bij een sterk vervilt gazon verticuteert u
een tweede maal, maar dan haaks op
de eerder gemaakte banen.
Na het verticuteren:
haal al het geverticuteerd materiaal van
het gazon.
Bemest het gazon en zaai eventueel
ontstane kale plekken bij.
Besproei het gazon royaal met water.
8.2 Werkgebied van de gebruiker
Bij het starten en bij draaiende
verbrandingsmotor moet de
gebruiker zich om veiligheidsredenen
altijd in het werkgebied bevinden achter
de duwstang. Neem steeds de door de
duwstang bepaalde veiligheidsafstand
in acht.
De verticuteermachine mag uitsluitend
door één persoon worden bediend,
derden moeten zich buiten de
gevarenzone bevinden. (Ö 4.)
8.3 Wanneer de verticuteereenheid
blokkeert
Onmiddellijk de verbrandingsmotor
uitzetten en de bougiestekker
lostrekken.
Daarna de machine, in het bijzonder de
verticuteereenheid, controleren op
beschadigingen en de oorzaak van de
storing verhelpen.
Voor een veilige bediening en ter
voorkoming van onjuist gebruik is het
apparaat van verschillende
veiligheidsvoorzieningen voorzien.
9.1 Veiligheidsvoorzieningen
De verticuteermachine is met
veiligheidsvoorzieningen uitgerust om een
onopzettelijk contact met de messen en
het uitgeworpen geverticuteerd materiaal
te voorkomen.
Hiertoe behoren de behuizing, de
uitwerpklep en de correct gemonteerde
duwstang.
9.2 Motorstopbeugel
De verticuteermachine is voorzien
van een motorstopvoorziening.
Tijdens het gebruik wordt na het loslaten
van de motorstopbeugel (10) de
verbrandingsmotor uitgeschakeld.
10.1 Verbrandingsmotor starten
9. Veiligheidsvoorzieningen
7
Kans op letsel!
Bij een eventueel defect aan een
van de veiligheidsvoorzieningen
mag het apparaat niet in bedrijf
worden genomen. Neem contact op
met een vakhandelaar. STIHL
beveelt de STIHL vakhandelaar
aan.
10. Apparaat in gebruik
nemen
Kans op letsel!
Start de verbrandingsmotor alleen,
als de verticuteereenheid in de
transportstand staat.
Kantel de verticuteermachine nooit
om deze te starten.
1
11