Instruction Manual

RE 362, RE 362 PLUS, RE 462, RE 462 PLUS
Nederlands
232
LET OP
Het apparaat alleen met een
aangesloten waterslang en een
opengedraaide waterkraan inschakelen.
Als dit wordt nagelaten ontstaat er een
tekort aan water, wat kan leiden tot
beschadiging van het apparaat.
N Waterkraan opendraaien
N De hogedrukslang volledig uitrollen
N De schakelaar in stand I draaien –
het apparaat staat nu in de stand-
bystand
Apparaat met slanghaspel
LET OP
De hogedrukslang altijd volledig van de
slanghaspel rollen. Door de hoge
waterdruk zet de hogedrukslang uit. Dit
kan leiden tot beschadigingen van de
slanghaspel of de hogedrukslang zelf.
Spuitpistool bedienen
N Het spuitpistool op het te reinigen
object richten
N De rotorsproeier, indien
gemonteerd, bij het inschakelen
naar beneden gericht houden
N Veiligheidspal (1) in de richting van
de pijl schuiven – de hendel (2)
wordt ontgrendeld
N De hendel (2) indrukken
De motor wordt bij het loslaten van de
hendel uitgeschakeld.
Druk-, opbrengstregeling op apparaat
Op de hogedrukpomp kunnen de
werkdruk en de wateropbrengst voor
langdurige aanpassingen, afhankelijk
van het type reinigingswerkzaamheden
worden ingesteld.
N Draaiknop (3) voor het instellen van
de werkdruk en de wateropbrengst
verdraaien
Manometer (4) geeft de druk in de
hogedrukpomp aan.
De weergegeven druk is niet altijd gelijk
aan de druk in de spuitlans voor de
sproeier. De druk voor de sproeier is
afhankelijk van de stand van de hendel
voor de druk-, opbrengstregeling op het
spuitpistool.
Druk-, opbrengstregeling op het
spuitpistool
Op het spuitpistool kunnen de werkdruk
en de wateropbrengst voor kortstondige
aanpassingen aan de reinigingstaken
worden ingesteld.
Standaardafstelling
De stelhendel in de standaardinstelling:
maximale werkdruk en wateropbrengst.
Apparaat inschakelen
1607BA011 KN
Werken
1
671BA029 KN
4
3
9937BA013 KN
671BA027 KN