Instruction Manual

98 0456 705 0001 M19
het routineprogramma ter
voorkoming van ongevallen op de
werkplek.
De ervaring heeft ons geleerd dat
voor antistatische doeleinden de
geleiding door het product
(weerstand) tijdens de gehele
levenscyclus een elektrische
weerstand van minder dan 1000 MΩ
moet hebben. Een waarde van 100
kΩ wordt als onderste
weerstandsgrens van een nieuw
product gezien, om een beperkte
bescherming tegen gevaarlijke
elektrische schokken of ontstekingen
door een defect aan een elektrisch
apparaat bij werkzaamheden tot zo'n
250 V te garanderen. Er moet echter
ook rekening mee worden gehouden
dat de schoen onder bepaalde
voorwaarden niet voldoende
bescherming biedt, daarom moet de
gebruiker van de schoen altijd extra
veiligheidsmaatregelen nemen.
De elektrische weerstand van dit type
schoen kan door buigen, vervuiling of
vocht worden beïnvloed. Deze
schoen zal onder natte
omstandigheden niet aan de
veiligheidseisen voldoen. Het is dan
ook nodig ervoor te zorgen dat het
product in staat is zijn voorbestemde
functie voor het afleiden van
elektrische ladingen te kunnen
vervullen en tijdens zijn gebruiksduur
bescherming te bieden. De gebruiker
wordt dan ook geadviseerd zo nodig
ter plekke de elektrische weerstand
te controleren/testen en vast te
leggen en deze regelmatig met korte
intervallen te herhalen.
Schoenen van de klasse I kunnen bij
een langere draagtijd vocht
absorberen en onder vochtige en
natte omstandigheden geleidend
worden. Als de schoen onder die
omstandigheden wordt gedragen
waarbij het materiaal van de zool
wordt verontreinigd, moet de
gebruiker de elektrische
eigenschappen van deze schoenen
steeds voor het betreden van een
gevaarlijke locatie controleren. Op
plaatsen waarbij antistatische
schoenen worden gedragen, moet de
grondweerstand zo zijn dat de door
de schoen geboden beschermende
werking niet wordt opgeheven.
Bij het gebruik mogen geen
isolerende bestanddelen, met
uitzondering van normale sokken,
tussen de binnenzool van de schoen
en de voet van de drager worden
aangebracht. Als er een inlegzool
tussen de binnenzool van de schoen
en de voet van de drager wordt
gebruikt, moet de verbinding schoen/
inlegzool op zijn elektrische
eigenschappen worden
gecontroleerd.
Inlegzolen/aanbouwdelen
Veiligheidsschoenen die met
inlegzolen/aanbouwdelen worden
geproduceerd en geleverd, zijn in
deze staat gecontroleerd en voldoen
aan de eisen van de betreffende
geldende norm. Bij het vervangen
van de inlegzool behoudt de schoen
alleen zijn geteste
veiligheidseigenschappen als de
inlegzool door een vergelijkbare
inlegzool van de schoenenfabrikant
wordt vervangen.
Veiligheidsschoenen en
werkschoenen die orthopedisch zijn
gewijzigd, mogen alleen met
orthopedische inlegzolen en