Operation Manual

MSE 140 C, MSE 160 C, MSE 180 C, MSE 200 C
Nederlands
117
Tijdens de werkzaamheden
N Oliepeil in de kettingolietank
controleren
N Kettingolie uiterlijk bijvullen als de
"min"-markering is bereikt – zie
"Kettingolie bijvullen"
Kettingspanning regelmatig controleren
Een nieuwe zaagketting moet vaker
worden nagespannen dan een die reeds
langer meedraait.
In koude staat
De zaagketting moet tegen de
onderzijde van het zaagblad liggen,
maar moet met de hand nog over het
zaagblad kunnen worden getrokken.
Indien nodig, de zaagketting spannen –
zie hoofdstuk "Zaagketting spannen".
Op bedrijfstemperatuur
De zaagketting rekt en hangt daardoor
door. De aandrijfschakels aan de
onderzijde van het zaagblad mogen niet
uit de groef komen – de zaagketting kan
anders van het zaagblad lopen.
Zaagketting spannen – zie hoofdstuk
"Zaagketting spannen"
LET OP
Bij het afkoelen krimpt de ketting. Een
niet-ontspannen zaagketting kan de
aandrijfas en de lagers beschadigen.
Na de werkzaamheden
N Netsteker uit de contactdoos
trekken
N Zaagketting ontspannen als deze
tijdens de werkzaamheden bij
bedrijfstemperatuur werd
gespannen
LET OP
De zaagketting na beëindiging van de
werkzaamheden beslist weer
ontspannen! Bij het afkoelen krimpt de
ketting. Een niet-ontspannen
zaagketting kan de aandrijfas en de
lagers beschadigen.
Bij langdurige buitengebruikstelling
Zie hoofdstuk "Apparaat opslaan"
N Zaagblad omkeren – steeds nadat
de ketting is geslepen en nadat de
ketting is verwisseld om eenzijdige
slijtage te voorkomen, vooral bij de
zaagbladneus en aan de onderzijde
N Olietoevoerboring (1),
oliekanaal (2) en zaagbladgroef (3)
regelmatig reinigen
N Groefdiepte meten – met behulp
van het meetkaliber op het
vijlkaliber (speciaal toebehoren) –
op de plaats waar de slijtage het
grootst is
Gebruiksvoorschriften Zaagblad in goede staat
houden
2
3
1
143BA026 KN