Operation Manual

MSE 250 C
Nederlands
10
Indien mogelijk een kort zaagblad
gebruiken: zaagketting, zaagblad en
kettingtandwiel moeten bij elkaar en bij
de motorzaag passen.
Geen lichaamsdelen in het verlengde
zwenkbereik van de zaagketting
houden.
De motorzaag alleen met een draaiende
zaagketting uit het hout trekken.
De motorzaag alleen voor het zagen
gebruiken – niet voor het loswippen of
wegschuiven van takken of
worteluitlopers.
Vrijhangende takken niet vanaf de
onderzijde doorzagen.
Voorzichtig bij het afzagen van
struikgewas en jonge bomen. Dunne
loten kunnen door de zaagketting
worden gegrepen en in de richting van
de gebruiker worden geslingerd.
Voorzichtig zijn bij het zagen van
versplinterd hout – kans op letsel door
afgescheurde stukken hout!
Geen andere voorwerpen met de
motorzaag in aanraking laten komen:
stenen, spijkers enz. kunnen worden
weggeslingerd en de zaagketting
beschadigen. De motorzaag kan
omhoogslaan – kans op ongelukken!
Als een draaiende zaagketting contact
maakt met een steen of een ander hard
voorwerp, kan dit leiden tot
vonkvorming, waardoor onder bepaalde
omstandigheden licht ontvlambare
stoffen vlam zouden kunnen vatten. Ook
droge planten en struikgewas zijn licht
ontvlambaar, vooral bij zeer warme en
droge weersomstandigheden. Als er
kans op brand aanwezig is, de
motorzaag niet in de buurt van licht
ontvlambare stoffen, droge planten of
struikgewas gebruiken. Uitdrukkelijk aan
de voor het bosbeheer
verantwoordelijke persoon vragen of er
brandgevaar bestaat.
Op hellingen altijd boven of naast de
stam of liggende boom staan. Op naar
beneden rollende stammen letten.
Bij werkzaamheden die niet vanaf de
grond kunnen worden uitgevoerd:
Altijd een hoogwerker gebruiken
Nooit op een ladder of staande in de
boom werken
Nooit op onstabiele plaatsen
Nooit boven schouderhoogte
werken
Nooit met één hand werken
De motorzaag met vol gas in de
zaagsnede aanbrengen en de kam
stevig tegen de stam drukken pas dan
met zagen beginnen.
Nooit zonder kam werken, de
zaagketting kan de gebruiker naar voren
trekken. De kam altijd goed tegen de
stam plaatsen.
Aan het einde van een zaagsnede wordt
de motorzaag niet meer via het
zaaggarnituur in de zaagsnede
ondersteund. De gebruiker moet het
gewicht van de motorzaag opnemen –
kans op verlies van de controle!
Dun hout zagen:
Een stabiele, stevige zaagbok
gebruiken
Het hout niet met de voet
tegenhouden
Andere personen mogen het hout
niet vasthouden of op andere wijze
meehelpen
Snoeien:
Een terugslagarme zaagketting
gebruiken
De motorzaag zo veel mogelijk
ondersteunen
Niet staand op de stam snoeien
001BA082 KN
001BA033 KN