Operation Manual

MSA 160 T
Nederlands
277
Kleding en uitrusting
De voorgeschreven kleding en uitrusting
dragen.
Geen kleding dragen waarmee men aan
takken, struiken of de bewegende delen
van de motorzaag kan blijven haken.
Ook geen sjaal, das en sieraden dragen.
Lang haar in een paardenstaart dragen
en vastzetten (hoofddoek, muts, helm
enz.).
"Persoonlijke" gehoorbescherming
geadviseerd – als de dagelijkse werktijd
meer dan 6 uur bedraagt.
STIHL biedt een uitgebreid programma
aan persoonlijke beschermuitrusting.
Persoonlijke veiligheidsuitrusting ter
voorkoming van het naar beneden
vallen gebruiken.
Uitsluitend een voor de respectievelijke
toepassing geschikte en goedgekeurde
uitrusting gebruiken.
Staat van de uitrusting voor gebruik
controleren en beschadigde delen
vervangen.
Vervoeren
Voor het vervoer – ook over korte
afstanden – de motorzaag altijd
uitschakelen (handbeschermer in
stand ƒ plaatsen). Hierdoor wordt het
onbedoeld aanlopen van de motor
voorkomen. Kettingbeschermer
aanbrengen.
De motorzaag alleen aan de
bedieningshandgreep dragen –
zaagblad naar achteren gericht.
In auto's: de motorzaag tegen omvallen,
beschadiging en tegen het weglekken
van kettingolie beveiligen.
Voor het vervoeren en borgen van de
motorzaag aan de kabel, alleen het
uitklapbare oog (1) aan de achterzijde
van de motorzaag gebruiken.
Reinigen
Kunststof onderdelen reinigen met een
doek. Agressieve reinigingsmiddelen
kunnen het kunststof beschadigen.
Stof en vuil op de motorzaag
verwijderen – geen vetoplossende
middelen gebruiken.
Koelluchtsleuven indien nodig reinigen.
De geleidegroeven van de accu
vrijhouden van vuil – indien nodig
reinigen.
Voor het reinigen van de motorzaag
geen hogedrukreiniger gebruiken. Door
de harde waterstraal kunnen
onderdelen van de motorzaag worden
beschadigd.
De kleding moet doelma-
tig zijn en mag tijdens het
werk niet hinderen. Goed
passende kleding met
protectie tegen snijwon-
den voor voeten, benen,
handen en onderarmen
dragen combipak, geen
stofjas.
Geschikt schoeisel dra-
gen – met protectie tegen
snijwonden, stroeve zool
en stalen neus.
Veiligheidshelm met kin-
riem dragen – als
voorwerpen naar bene-
den kunnen vallen.
Veiligheidsbril of gelaats-
beschermer dragen.
Robuuste werkhand-
schoenen van slijtvast
materiaal dragen (bijv.
leer) – met protectie
tegen snijwonden.
9923BA001 KN
1
9923BA031 KN