Operation Manual

0458-727-9621-A
211
Nederlands
12 Met de motorzaag werken
12.3 Van takken ontdoen
Motorzaag op de stam laten rusten.
Zaagblad met vol gas met een hefboombeweging tegen
de tak drukken.
Tak met de bovenzijde van het zaagblad doorzagen.
Als de tak onder spanning staat: ontlastingssnede (1) in
de drukzijde zagen en vervolgens vanaf de trekzijde met
een zaagsnede (2) doorzagen.
12.4 Vellen
12.4.1 Velrichting en vluchtwegen vastleggen
Velrichting zo bepalen dat het gebied waarin de boom valt
open/vrij is.
Vluchtweg (B) zo bepalen dat aan de volgende
voorwaarden wordt voldaan:
De vluchtweg (B) ligt in een hoek van 45° ten opzichte
van de velrichting (A).
Op de vluchtweg (B) bevinden zich geen obstakels.
De boomkruin kan in het oog worden gehouden.
Als de vluchtweg (B) op een helling ligt moet de
vluchtweg (B) evenwijdig aan de helling lopen.
12.4.2 Werkgebied bij de stam voorbereiden
Obstakels in het werkgebied op de stam verwijderen.
Begroeiing op de stam verwijderen.
Als de stam grote, gezonde worteluitlopers heeft: de
worteluitlopers eerst loodrecht en vervolgens horizontaal
inzagen en vervolgens verwijderen.
0000-GXX-1262-A0
0000-GXX-1245-A0
1
2
1
2
B
B
0000-GXX-1246-A0
0000-GXX-1247-A0