Operation Manual
0458-727-9621-A
208
Nederlands
11 Motorzaag controleren
11.1 Kettingtandwiel controleren
► Kettingzaag uitschakelen, kettingrem inschakelen en accu
eruit nemen.
► Kettingrem lossen.
► Kettingtandwieldeksel uitbouwen.
► Zaagblad en zaagketting uitbouwen.
► Inloopsporen op het kettingtandwiel controleren met
behulp van een STIHL kaliber.
► Als de inloopsporen dieper zijn dan a = 0,5 mm: de
kettingzaag niet gebruiken en contact opnemen met een
STIHL dealer.
Het kettingtandwiel moet worden vervangen.
11.2 Zaagblad controleren
► Kettingzaag uitschakelen, kettingrem inschakelen en accu
eruit nemen.
► Zaagketting en zaagblad uitbouwen.
► De groefdiepte van het zaagblad meten met behulp van
het meetkaliber van het STIHL vijlkaliber.
► Zaagblad vervangen, als aan een van de volgende
voorwaarden wordt voldaan:
– Het zaagblad is beschadigd.
– De gemeten groefdiepte is kleiner dan de minimale
groefdiepte van het zaagblad, @ 20.3.
– De groef van het zaagblad is versmald of verbreed.
► Als één en ander niet duidelijk is: verzoeken wij u contact
op te nemen met een STIHL dealer.
11.3 Zaagketting controleren
► Kettingzaag uitschakelen, kettingrem inschakelen en accu
eruit nemen.
► De hoogte van de dieptebegrenzer (1) meten met behulp
van het STIHL vijlkaliber (2). Het STIHL vijlkaliber moet
passen bij de steek van de zaagketting.
11 Motorzaag controleren
a
0000-GXX-1216-A0
0000-GXX-1217-A0
1
0000-GXX-1218-A0
2










