Instruction Manual

Table Of Contents
2
0000-GXX-1212-A1
1
3
Kettingzaag met de rechterhand op het deel
(1) van de bedieningshandgreep zo vasthou‐
den dat de duim om de bedieningshandgreep
valt.
Blokkeerknop (2) met de duim indrukken en
ingedrukt houden.
Schakelhendel (3) met de wijsvinger indrukken
en ingedrukt houden.
De kettingzaag loopt aan en de zaagketting
draait. De blokkeerknop (2) kan worden losge‐
laten.
Kettingzaag met de linkerhand op de draag‐
beugel zo vasthouden dat de duim om de
draagbeugel valt.
10.2 Kettingzaag uitschakelen
Schakelhendel loslaten.
De zaagketting draait niet meer.
Als de zaagketting verder draait: de kettingrem
inschakelen, accu wegnemen en contact
opnemen met een STIHL dealer.
De kettingzaag is defect.
11 Kettingzaag en accu con‐
troleren
11.1 Kettingtandwiel controleren
Kettingzaag uitschakelen, kettingrem inscha‐
kelen en accu eruit nemen.
Kettingrem lossen.
Kettingtandwieldeksel uitbouwen.
Zaagblad en zaagketting uitbouwen.
a
0000-GXX-1216-A0
Inloopsporen op het kettingtandwiel controle‐
ren met behulp van een STIHL kaliber.
Als de inloopsporen dieper zijn dan
a = 0,5 mm: de kettingzaag niet gebruiken en
contact opnemen met een STIHL dealer.
Het kettingtandwiel moet worden vervangen.
11.2 Zaagblad controleren
Kettingzaag uitschakelen, kettingrem inscha‐
kelen en accu eruit nemen.
Zaagketting en zaagblad uitbouwen.
0000-GXX-1217-A0
De groefdiepte van het zaagblad meten met
behulp van het meetkaliber van het STIHL vij‐
lkaliber.
Zaagblad vervangen, als aan een van de vol‐
gende voorwaarden wordt voldaan:
Het zaagblad is beschadigd.
De gemeten groefdiepte is kleiner dan de
minimale groefdiepte van het zaagblad,
20.3.
De groef van het zaagblad is versmald of
verbreed.
Als één en ander niet duidelijk is: verzoeken
wij u contact op te nemen met een STIHL dea‐
ler.
11.3 Zaagketting controleren
Kettingzaag uitschakelen, kettingrem inscha‐
kelen en accu eruit nemen.
1
0000-GXX-1218-A0
2
De hoogte van de dieptebegrenzer (1) meten
met behulp van het STIHL vijlkaliber (2). Het
STIHL vijlkaliber moet passen bij de steek van
de zaagketting.
Als een dieptebegrenzer (1) boven het vijlkali‐
ber (2) uitsteekt: dieptebegrenzer (1) afvijlen,
17.2.
11 Kettingzaag en accu controleren Nederlands
0458-716-9621-D 151