Operation Manual

MS 231, MS 231 C, MS 251, MS 251 C
Nederlands
123
Voor het naspannen tijdens het werk:
N Motor afzetten
N Moer losdraaien
N Zaagblad bij de neus optillen
N Met behulp van een
schroevendraaier de bout (1)
rechtsom draaien, tot de
zaagketting tegen de onderzijde
van het zaagblad ligt
N Het zaagblad weer optillen en de
moer vastdraaien
N Verder: zie "Zaagkettingspanning
controleren"
Een nieuwe zaagketting moet vaker
worden nagespannen dan een die reeds
langer meedraait.
N Kettingspanning vaker controleren
zie "Gebruiksvoorschriften"!
Voor het naspannen tijdens het werk:
N Motor afzetten
N De beugel van de vleugelmoer
uitklappen en de vleugelmoer
losdraaien
N Spanwiel (1) tot aan de aanslag
rechtsom draaien
N De vleugelmoer (2) handvast
draaien
N De beugel van de vleugelmoer
inklappen
N Verder: zie "Zaagkettingspanning
controleren"
Een nieuwe zaagketting moet vaker
worden nagespannen dan een die reeds
langer meedraait.
N Kettingspanning vaker controleren
zie "Gebruiksvoorschriften"!
N Motor afzetten
N Veiligheidshandschoenen
aantrekken
N De zaagketting moet tegen de
onderzijde van de zaagbladgroef
liggen – en moet bij een geloste
kettingrem met de hand over het
zaagblad kunnen worden getrokken
N Indien nodig, zaagketting
naspannen
Een nieuwe zaagketting moet vaker
worden nagespannen dan een die reeds
langer meedraait.
N Kettingspanning vaker controleren
zie "Gebruiksvoorschriften"!
Zaagketting spannen
(zijdelings geplaatste
kettingspanner)
1
142BA063 KN
Zaagketting spannen
(kettingsnelspanner)
1
2
001BA112 KN
Zaagkettingspanning
controleren
142BA064 KN