Operation Manual
MS 210, MS 210 C, MS 230, MS 230 C, MS 250, MS 250 C
Nederlands
140
N De gashendel even aantippen =
startgasstand ontgrendelen – de
combischakelaar springt in de
werkstand – de motor gaat
stationair draaien
N Kettingrem loszetten:
handbeschermer naar de
draagbeugel toe trekken – zoals
afgebeeld
N Iets gas geven – de motor even
warm laten draaien
Motor afzetten
N De combischakelaar in de
stopstand 0
Als de motor niet aanslaat
Na de eerste ontsteking werd de
combischakelaar niet tijdig in de
warmestartstand n geplaatst, de motor
is verzopen.
N De combischakelaar in de
stopstand 0 plaatsen
N Bougie uitbouwen – zie "bougie"
N Bougie drogen
N Het startkoord meerdere malen
uittrekken – om de
verbrandingskamer te ventileren
N Bougie monteren – zie "Bougie"
N De combischakelaar in de
warmestartstand n plaatsen – ook
bij koude motor
N De motor opnieuw starten
Als alle benzine werd verbruikt
(motor is afgeslagen) en de tank werd
weer gevuld
Bij uitvoeringen zonder
snelstartsysteem
N Het startkoord meerdere malen
uittrekken, tot er voldoende benzine
wordt opgepompt
Bij uitvoeringen met
snelstartsysteem
N De balg van de benzinepomp in het
handgreephuis enkele malen
indrukken
Gedurende de eerste bedrijfsuren
Het nieuwe apparaat tot aan de derde
tankvulling niet onbelast met hoge
toerentallen laten draaien, om te
voorkomen dat er tijdens de inloopfase
extra belasting optreedt. Gedurende de
inloopfase moeten de bewegende delen
op elkaar inlopen – in de motor heerst
een verhoogde wrijvingsweerstand. De
motor levert zijn maximale vermogen
pas na 5 tot 15 tankvullingen.
Tijdens de werkzaamheden
Kettingspanning regelmatig
controleren
Een nieuwe zaagketting moet vaker
worden nagespannen dan een die reeds
langer meedraait.
Gebruiksvoorschriften
De carburateur niet armer
afstellen om een vermeend hoger
vermogen te bereiken – de motor
zou anders defect kunnen raken –
zie "Carburateur afstellen".
Gas geven alleen bij een geloste
kettingrem. Een verhoogd
motortoerental bij een
geblokkeerde kettingrem
(zaagketting staat stil) leidt al na
korte tijd tot schade aan de motor
en het kettingmechanisme
(koppeling, kettingrem).










