Operation Manual
MS 171, MS 181, MS 181 C, MS 211, MS 211 C
Nederlands
153
N De dieptebegrenzer nabewerken tot
deze gelijkligt met het vijlkaliber
N Aansluitend hierop evenwijdig aan
de servicemarkering (zie pijl) het
dak van de dieptebegrenzer schuin
afvijlen – hierbij het hoogste punt
van de dieptebegrenzer niet verder
terugzetten
N Het vijlkaliber op de zaagketting
plaatsen – het hoogste punt van de
dieptebegrenzer moet gelijkliggen
met het vijlkaliber
RSC3, RMC3, PMC3, PMMC3
Het bovenste deel van de knobbel-
aandrijfschakel (met servicemarkering)
wordt gelijktijdig met de dieptebegrenzer
van de zaagtand bewerkt.
N Na het slijpen/aanscherpen de
zaagketting grondig reinigen,
aanhechtende vijlspanen of slijpsel
verwijderen – de zaagketting
intensief smeren
N Bij langere werkonderbrekingen de
zaagketting reinigen en ingeolied
bewaren
689BA051 KN
689BA044 KN
Te lage dieptebegrenzers
verhogen de neiging tot terugslag
van de motorzaag.
689BA052 KN
Het overige deel van de knobbel-
aandrijfschakel mag niet worden
bewerkt, omdat dan de neiging tot
terugslag van de motorzaag zou
worden verhoogd.
Gereedschap voor het slijpen/aanscherpen (speciaal toebehoren)
Kettingsteek Ronde vijl ^ Ronde vijl Vijlhouder Vijlkaliber Platte vijl Slijp-,
aanscherpset
1)
Inch (mm) mm (inch) Onderdeelnum-
mer
Onderdeelnum-
mer
Onderdeelnum-
mer
Onderdeelnum-
mer
Onderdeelnum-
mer
1/4 (6,35) 4,0 (5/32) 5605 772 4006 5605 750 4327 1110 893 4000 0814 252 3356 5605 007 1027
3/8 P (9,32) 4,0 (5/32) 5605 772 4006 5605 750 4327 1110 893 4000 0814 252 3356 5605 007 1027
0.325 (8,25) 4,8 (3/16) 5605 772 4806 5605 750 4328 1110 893 4000 0814 252 3356 5605 007 1028
3/8 (9,32) 5,2 (13/64) 5605 772 5206 5605 750 4329 1110 893 4000 0814 252 3356 5605 007 1029
0.404 (10,26) 5,5 (7/32) 5605 772 5506 5605 750 4330 1106 893 4000 0814 252 3356 5605 007 1030
1)
Bestaande uit vijlhouder met ronde vijl, platte vijl en vijlkaliber










