Operation Manual

MS 200
Nederlands
118
Afhankelijk van de lengte van het
zaagblad, de houtsoort en de
werktechniek is de benodigde
hoeveelheid kettingolie verschillend .
Met behulp van de stelpen (1) aan de
bovenzijde van de machine kan de
olieopbrengst afhankelijk van de vraag
worden ingesteld.
Ematic-stand (E), gemiddelde
olieopbrengst –
N Stelpen op "E" (Ematic-stand)
draaien
Olieopbrengst verhogen –
N De stelpen rechtsom draaien
Olieopbrengst verlagen –
N De stelpen linksom draaien
N Zaagblad omkeren – steeds nadat
de ketting is geslepen en nadat de
ketting is verwisseld – om
eenzijdige slijtage te voorkomen,
vooral bij de zaagbladneus en aan
de onderzijde
N Olietoevoerboring (1),
oliekanaal (2) en zaagbladgroef (3)
regelmatig reinigen
N Groefdiepte meten – met behulp
van het meetkaliber op het
vijlkaliber (speciaal toebehoren) –
op de plaats waar de slijtage het
grootst is
Als de groef niet ten minste zo diep is:
N Zaagblad vervangen
De aandrijfschakels raken anders de
bodem van de groef – hierdoor liggen de
tandvoet en de verbindingsschakels niet
meer op de randen van de
zaagbladgroef.
Oliehoeveelheid instellen
De zaagketting mag nooit droog
lopen.
144BA008 LÄ
Zaagblad in goede staat
houden
2
3
1
143BA026 KN
Kettingtype Kettingsteek Minimale
groefdiepte
Picco 3/8“ P 5,0 mm
Rapid 1/4“ 4,0 mm
Rapid 3/8“; 0.325“ 6,0 mm
Rapid 0.404“ 7,0 mm