Operation Manual

MS 200
Nederlands
99
Naar voren trekken (A)
Als tijdens bovenhands zagen de
zaagketting klemt of een voorwerp in het
hout raakt, kan de motorzaag met een
ruk tegen de stam worden getrokken –
om dit te voorkomen de kam altijd
stevig tegen de stam plaatsen.
Terugstoten (B)
Als tijdens onderhands zagen de
zaagketting klemt of een vast voorwerp
in het hout raakt, kan de motorzaag in de
richting van de motorzaaggebruiker
terug worden gestoten – om dit te
voorkomen:
De bovenzijde van het zaagblad
niet vastklemmen
Het zaagblad in de zaagsnede niet
verdraaien
De grootste voorzichtigheid is
geboden
Bij overhangende stammen
Bij stammen die, doordat ze op
ongunstige wijze zijn omgevallen,
tussen andere bomen onder
spanning staan
Bij werkzaamheden aan stammen
die ten gevolge van een storm over
elkaar zijn gevallen
In deze gevallen niet met de motorzaag
werken – maar een kantelhaak, een lier
of een tractor gebruiken.
Vrij liggende of losgezaagde stammen
wegtrekken. De opruimwerkzaamheden
indien mogelijk op een open plek
voortzetten.
Dood hout (dor, vermolmd of dood
hout) vormt een aanzienlijk, moeilijk in te
schatten, gevaar. Het herkennen van
het gevaar is zeer moeilijk of zo goed als
onmogelijk. Hulpmiddelen als een lier of
tractor gebruiken.
Bij het vellen van bomen in de buurt
van wegen, spoorrails,
elektriciteitskabels enz. moet
bijzonder voorzichtig te werk worden
gegaan. Zo nodig, de politie, het
energiebedrijf of de spoorwegen
informeren.
Zagen
Niet in de startgasstand werken. Het
motortoerental is in deze stand van de
gashendel niet regelbaar.
Rustig en met overleg werken – alleen
bij voldoende licht en goed zicht.
Anderen niet in gevaar brengen
voorzichtig werken.
Indien mogelijk een kort zaagblad
gebruiken: zaagketting, zaagblad en
kettingtandwiel moeten bij elkaar en bij
de motorzaag passen.
Geen lichaamsdelen in het verlengde
zwenkbereik van de zaagketting
houden.
De motorzaag alleen met een draaiende
zaagketting uit het hout trekken.
De motorzaag alleen voor het zagen
gebruiken – niet voor het loswippen of
wegschuiven van takken of
worteluitlopers.
Vrijhangende takken niet vanaf de
onderzijde doorzagen.
Voorzichtig zijn bij het zagen van
versplinterd houtkans op letsel door
meegeslingerde stukken hout!
Geen andere voorwerpen met de
motorzaag in aanraking laten komen:
stenen, spijkers enz. kunnen worden
weggeslingerd en de zaagketting
beschadigen – de motorzaag kan
omhoog slaan.
001BA037 KN
A
001BA038 KN
B
001BA082 KN