Operation Manual
MS 241 C-M
Nederlands
122
Afstand tot de volgende werkplek
minimaal 2 1/2 boomlengte.
Velrichting en vluchtwegen vastleggen
De open plek kiezen waar de boom kan
vallen.
Hierbij letten op:
– De natuurlijke hoek waaronder de
boom staat
– Buitengewoon sterke takvorming,
asymmetrische groei, beschadigd
hout
– Windrichting en -snelheid – bij
sterke wind niet vellen
– Hellingrichting
– Naast staande bomen
– Sneeuwbelasting
– De conditie van de boom – bijzonder
voorzichtig te werk gaan bij een
beschadigde stam of dood hout
(dor, vermolmd of dood hout)
A Velrichting
B Vluchtweg (analoog
ontsnappingsweg)
– Vluchtweg voor elk van de
deelnemers vastleggen – ca.
45° schuin tegen de velrichting in
– Vluchtweg begaanbaar maken,
hindernissen opruimen
– Gereedschap en apparaten op
veilige afstand neerleggen – maar
niet op de vluchtwegen
– Tijdens het vellen altijd aan de
zijkant van de stam staan en alleen
zijwaarts de vluchtweg inlopen
– Vluchtwegen op steile hellingen
evenwijdig aan de helling
aanbrengen
– Tijdens het teruglopen op vallende
takken en op de kroon letten
Werkgebied bij de stam voorbereiden
– Storende takken, struikgewas en
obstakels uit het werkgebied
rondom de stam verwijderen –
veilige plek voor alle medewerkers
– De voet van de stam grondig
schoonmaken (bijv. met de bijl) –
zand, stenen en andere dan houten
voorwerpen zorgen ervoor dat de
zaagketting bot wordt
– Grote worteluitlopers inzagen: eerst
de grootste worteluitloper – eerst in
verticale richting, vervolgens in
horizontale richting – alleen bij
gezond hout
001BA088 LÄ
2
/
1
2
1 1
/
1
2
B
001BA040 KN
A
45°
45°
B
001BA146 KN