Owner's Manual

Table Of Contents
Meeneemprofiel op de koppelingstrommel (4)
controleren – bij sterke slijtagesporen ook de
koppelingstrommel vervangen
Koppelingstrommel of profielkettingtand‐
wiel (5) met naaldlager (6) lostrekken van de
krukas – bij het kettingremsysteem QuickStop
Super eerst de gashandelblokkering indrukken
28.2 Profiel-, ringkettingtandwiel
inbouwen
De krukastap en het naaldlager reinigen en
invetten met STIHL smeervet (speciaal toebe‐
horen)
Het naaldlager op de krukastap schuiven
De koppelingstrommel, resp. het profielketting‐
tandwiel na het aanbrengen ca. 1 slag
draaien, zodat de meenemer voor de oliepom‐
paandrijving aangrijpt – bij het kettingremsys‐
teem QuickStop Super eerst de gashendel‐
blokkering indrukken
Ringkettingtandwiel aanbrengen – de holle
ruimte naar buiten gericht
Ring en borgveer weer op de krukas plaatsen
29 Zaagketting onderhouden
en slijpen
29.1 Moeiteloos zagen met een cor‐
rect geslepen/aangescherpte
zaagketting
Een goed geslepen/aangescherpte zaagketting
trekt zichzelf al bij een geringe aanlegdruk moei‐
teloos in het hout.
Niet met een botte of beschadigde zaagketting
werken – dit leidt tot een zwaardere lichamelijke
belasting, een hogere trillingsbelasting, een
onbevredigend zaagresultaat en een hoge slij‐
tage.
Zaagketting reinigen
Zaagketting op scheurtjes en beschadigde
klinknagels controleren
Beschadigde of versleten delen van de ketting
vervangen en de nieuwe delen qua vorm en
slijtagegraad aan de rest van de ketting aan‐
passen – overeenkomstig nabewerken
Zaagkettingen met hardmetalen snijplaatjes
(Duro) zijn zeer slijtvast. Voor een optimaal slijp‐
resultaat adviseert STIHL de STIHL dealer.
WAARSCHUWING
De hierna genoemde hoeken en maten moeten
beslist worden aangehouden. Een verkeerd
geslepen zaagketting – vooral een te lage diep‐
tebegrenzer – kan leiden tot een verhoogde nei‐
ging tot terugslag van de motorzaag – kans op
letsel!
29.2 Kettingsteek
689BA027 KN
a
Op elke zaagtand is vlak bij de dieptebegrenzer
de codering (a) voor de kettingsteek gestempeld.
Codering (a) Kettingsteek
inch mm
7 1/4 P 6,35
1 of 1/4 1/4 6,35
6, P of PM 3/8 P 9,32
2 of 325 0.325 8,25
3 of 3/8 3/8 9,32
4 of 404 0.404 10,26
De indeling van de vijldiameter vindt plaats aan
de hand van de kettingsteek – zie tabel "Gereed‐
schap voor het slijpen/aanscherpen".
De hoeken op de zaagtand moeten bij het slijpen
worden aangehouden.
29.3 Aanscherp- en voorsnijvlak‐
hoek
A
B
689BA021 KN
A aanscherphoek
29 Zaagketting onderhouden en slijpen Nederlands
0458-533-9421-E 129