Owner's Manual
Table Of Contents
- STIHL MS 171, 181, 211
- 1 Zu dieser Gebrauchsanleitung
- 2 Sicherheitshinweise
- 3 Reaktionskräfte
- 4 Arbeitstechnik
- 5 Schneidgarnitur
- 6 Führungsschiene und Sägekette montieren (seitliche Kettenspannung)
- 7 Führungsschiene und Sägekette montieren (Kettenschnellspannung)
- 8 Sägekette spannen (seitliche Kettenspannung)
- 9 Sägekette spannen (Kettenschnellspannung)
- 10 Spannung der Sägekette prüfen
- 11 Kraftstoff
- 12 Kraftstoff einfüllen
- 13 Kettenschmieröl
- 14 Kettenschmieröl einfüllen
- 15 Kettenschmierung prüfen
- 16 Kettenbremse
- 17 Winterbetrieb
- 18 Motor starten / abstellen
- 19 Betriebshinweise
- 20 Führungsschiene in Ordnung halten
- 21 Haube
- 22 Luftfiltersystem
- 23 Luftfilter reinigen
- 24 Vergaser einstellen
- 25 Zündkerze
- 26 Motorlaufverhalten
- 27 Gerät aufbewahren
- 28 Kettenrad prüfen und wechseln
- 29 Sägekette pflegen und schärfen
- 30 Wartungs- und Pflegehinweise
- 31 Verschleiß minimieren und Schäden vermeiden
- 32 Wichtige Bauteile
- 33 Technische Daten
- 34 Ersatzteilbeschaffung
- 35 Reparaturhinweise
- 36 Entsorgung
- 37 EU-Konformitätserklärung
- 38 Anschriften
- 1 Indications concernant la présente Notice d'emploi
- 2 Prescriptions de sécurité
- 2.1 Consignes générales
- 2.2 Utilisation conforme à la destination
- 2.3 Vêtements et équipement
- 2.4 Transport
- 2.5 Nettoyage
- 2.6 Accessoires
- 2.7 Ravitaillement
- 2.8 Avant d'entreprendre le travail
- 2.9 Mise en route de la tronçonneuse
- 2.10 Au cours du travail
- 2.11 Après le travail
- 2.12 Rangement
- 2.13 Vibrations
- 2.14 Maintenance et réparations
- 3 Forces de réaction
- 4 Technique de travail
- 4.1 Sciage
- 4.2 Préparatifs avant l'abattage
- 4.3 Entaille d'abattage
- 4.4 Entailles dans l'aubier
- 4.5 Principes de la technique d'abattage
- 4.6 Choix de la méthode de coupe d'abattage adéquate
- 4.7 Coupe d'abattage avec patte de sécurité (arbre normal)
- 4.8 Coupe d'abattage avec patte de retenue (arbre incliné vers l'avant)
- 5 Dispositif de coupe
- 6 Montage du guide-chaîne et de la chaîne (tendeur latéral)
- 7 Montage du guide-chaîne et de la chaîne (tendeur rapide)
- 8 Tension de la chaîne (tendeur latéral)
- 9 Tension de la chaîne (tendeur rapide)
- 10 Contrôle de la tension de la chaîne
- 11 Carburant
- 12 Ravitaillement en carburant
- 13 Huile de graissage de chaîne
- 14 Ravitaillement en huile de graissage de chaîne
- 15 Contrôle du graissage de la chaîne
- 16 Frein de chaîne
- 17 Utilisation en hiver
- 18 Mise en route / arrêt du moteur
- 18.1 Positions du levier de commande universel
- 18.2 Réglage du levier de commande universel
- 18.3 Pompe d'amorçage
- 18.4 Tenue de la tronçonneuse
- 18.5 Lancement du moteur
- 18.6 Mise en route de la tronçonneuse
- 18.7 Après le premier coup d'allumage
- 18.8 Dès que le moteur tourne
- 18.9 À une température très basse
- 18.10 Arrêt du moteur
- 18.11 Si le moteur ne démarre pas
- 19 Instructions de service
- 20 Entretien du guide-chaîne
- 21 Capot
- 22 Système de filtre à air
- 23 Nettoyage du filtre à air
- 24 Réglage du carburateur
- 25 Bougie
- 26 Fonctionnement du moteur
- 27 Rangement
- 28 Contrôle et remplacement du pignon
- 29 Entretien et affûtage de la chaîne
- 30 Instructions pour la maintenance et l'entretien
- 31 Conseils à suivre pour réduire l'usure et éviter les avaries
- 32 Principales pièces
- 33 Caractéristiques techniques
- 33.1 Moteur
- 33.2 Dispositif d'allumage
- 33.3 Dispositif d'alimentation
- 33.4 Graissage de la chaîne
- 33.5 Poids
- 33.6 Dispositif de coupe MS 171, MS 171 C, MS 181, MS 181 C
- 33.7 Dispositif de coupe MS 211, MS 211 C
- 33.8 Niveaux sonores et taux de vibrations
- 33.9 REACH
- 33.10 Émissions de nuisances à l'échappement
- 34 Approvisionnement en pièces de rechange
- 35 Instructions pour les réparations
- 36 Mise au rebut
- 37 Déclaration de conformité UE
- 1 Met betrekking tot deze handleiding
- 2 Veiligheidsinstructies
- 3 Reactiekrachten
- 4 Werktechniek
- 5 Zaaggarnituur
- 6 Zaagblad en zaagketting monteren (zijdelings geplaatste kettingspanner)
- 7 Zaagblad en zaagketting monteren (kettingsnelspanner)
- 8 Zaagketting spannen (zijdelings geplaatste kettingspanner)
- 9 Zaagketting spannen (kettingsnelspanner)
- 10 Zaagkettingspanning controleren
- 11 Brandstof
- 12 Tanken
- 13 Kettingsmeerolie
- 14 Kettingolie bijvullen
- 15 Kettingsmering controleren
- 16 Kettingrem
- 17 Gebruik in de winter
- 18 Motor starten/afzetten
- 19 Gebruiksvoorschriften
- 20 Zaagblad in goede staat houden
- 21 Kap
- 22 Luchtfiltersysteem
- 23 Luchtfilter reinigen
- 24 Carburateur afstellen
- 25 Bougie
- 26 Motorkarakteristiek
- 27 Apparaat opslaan
- 28 Kettingtandwiel controleren en vervangen
- 29 Zaagketting onderhouden en slijpen
- 30 Onderhouds- en reinigingsvoorschriften
- 31 Slijtage minimaliseren en schade voorkomen
- 32 Belangrijke componenten
- 33 Technische gegevens
- 34 Onderdelenlevering
- 35 Reparatierichtlijnen
- 36 Milieuverantwoord afvoeren
- 37 EU-conformiteitsverklaring
- 1 Per queste Istruzioni d’uso
- 2 Avvertenze di sicurezza
- 3 Forze di reazione
- 4 Tecnica operativa
- 4.1 Taglio
- 4.2 Preparazione dell’abbattimento
- 4.3 Tacca di direzione
- 4.4 Tagli dell’alburno
- 4.5 Principi per il taglio di abbattimento
- 4.6 Scelta del taglio di abbattimento adatto
- 4.7 Taglio di abbattimento con fascia di sicurezza (albero normale)
- 4.8 Taglio di abbattimento con fascia di sostegno (alberi inclinati in avanti)
- 5 Dispositivo di taglio
- 6 Montaggio di spranga di guida e catena (tendicatena laterale)
- 7 Montaggio di spranga di guida e catena (tendicatena rapido)
- 8 Messa in tensione della catena (tendicatena laterale)
- 9 Messa in tensione della catena (tendicatena rapido)
- 10 Controllo della tensione catena
- 11 Carburante
- 12 Rifornimento del carburante
- 13 Olio lubrificante per catena
- 14 Rifornimento dell’olio catena
- 15 Controllo della lubrificazione catena
- 16 Freno catena
- 17 Esercizio invernale
- 18 Avviamento/arresto del motore
- 18.1 Posizioni della leva marcia-arresto
- 18.2 Impostazione della leva marcia-arresto
- 18.3 Pompa di alimentazione carburante
- 18.4 Come tenere la motosega
- 18.5 Avviamento
- 18.6 Avviamento della motosega
- 18.7 Dopo la prima accensione
- 18.8 Non appena il motore gira
- 18.9 Con temperatura molto bassa
- 18.10 spegnere il motore
- 18.11 Se il motore non parte
- 19 Istruzioni operative
- 20 Spranghe di guida sempre a posto
- 21 Cappottatura
- 22 Sistema del filtro per aria
- 23 Pulizia del filtro
- 24 Impostazione del carburatore
- 25 Candela
- 26 Comportamento del motore in marcia
- 27 Conservazione dell’apparecchiatura
- 28 Controllo e sostituzione del rocchetto catena
- 29 Cura e affilatura della catena
- 30 Istruzioni di manutenzione e cura
- 31 Ridurre al minimo l’usura ed evitare i danni
- 32 Componenti principali
- 33 Dati tecnici
- 33.1 Propulsore
- 33.2 Impianto di accensione
- 33.3 Sistema di alimentazione carburante
- 33.4 Lubrificazione della catena
- 33.5 Peso
- 33.6 Dispositivo di taglio MS 171, MS 171 C, MS 181, MS 181 C
- 33.7 Dispositivo di taglio MS 211, MS 211 C
- 33.8 Valori acustici e vibratori
- 33.9 REACH
- 33.10 Valore delle emissioni dei gas di scarico
- 34 Approvvigionamento dei ricambi
- 35 Avvertenze per la riparazione
- 36 Smaltimento
- 37 Dichiarazione di conformità UE
–
Niet met de zaagbladneus zagen
–
Voorzichtig zijn bij het zagen van kleine, taaie
takken, laag kreupelhout en jonge scheuten –
de zaagketting kan hierin vastlopen
–
Nooit meerdere takken in één keer doorzagen
–
Niet te ver voorover gebogen zagen
–
Niet boven schouderhoogte zagen
–
Het zaagblad uiterst voorzichtig in een reeds
aanwezige zaagsnede aanbrengen
–
Het "steken", alleen toepassen indien u met de
techniek hiervan vertrouwd bent
–
Op de stand van de stam letten en op krach‐
ten die de zaagsnede dicht kunnen drukken,
waardoor de zaagketting wordt vastgeklemd
–
Alleen met een goed geslepen en correct
gespannen zaagketting werken – afstand diep‐
tebegrenzer niet te groot
–
Een terugslagreducerende zaagketting en een
zaagblad met een kleine zaagbladneusradius
gebruiken
3.5 Intrekken (A)
001BA037 KN
A
Als tijdens bovenhands zagen de zaagketting
klemt of een voorwerp in het hout raakt, kan de
motorzaag met een ruk tegen de stam worden
getrokken – om dit te voorkomen de kam altijd
stevig tegen de stam plaatsen.
3.6 Terugslag (B)
001BA038 KN
B
Als tijdens onderhands zagen de zaagketting
klemt of een vast voorwerp in het hout raakt, kan
de motorzaag in de richting van de motorzaagge‐
bruiker terug worden gestoten –
om dit te voorko‐
men:
–
De bovenzijde van het zaagblad niet vastklem‐
men
–
Het zaagblad in de zaagsnede niet verdraaien
3.7 De grootste voorzichtigheid is
geboden
–
Bij overhangende stammen
–
Bij stammen die, doordat ze op ongunstige
wijze zijn omgevallen, onder spanning staan
tussen andere bomen
–
Bij werkzaamheden aan stammen die ten
gevolge van een storm over elkaar zijn geval‐
len
In deze gevallen niet met de motorzaag werken –
maar een kantelhaak, een lier of een tractor
gebruiken.
Vrij liggende of losgezaagde stammen wegtrek‐
ken. De opruimwerkzaamheden indien mogelijk
op een open plek voortzetten.
Dood hout (dor, vermolmd of dood hout) vormt
een wezenlijk, moeilijk in te schatten, gevaar.
Het herkennen van het gevaar is zeer moeilijk of
zo goed als onmogelijk. Hulpmiddelen als een
lier of tractor gebruiken.
Bij het vellen van bomen in de buurt van wegen,
spoorrails, elektriciteitskabels enz. moet bijzon‐
der voorzichtig te werk worden gegaan. Zo
nodig, de politie, het energiebedrijf of de spoor‐
wegen informeren.
4 Werktechniek
Zaag- en velwerkzaamheden, alsmede alle daar‐
mee verbonden werkzaamheden (steeksnede,
snoeien etc.) mogen alleen worden uitgevoerd
door diegenen die daarvoor speciaal zijn opge‐
leid en geschoold. Wie geen ervaring met een
motorzaag of de werktechnieken heeft, mag der‐
gelijke werkzaamheden niet uitvoeren – ver‐
hoogde kans op ongevallen!
Bij velwerkzaamheden moeten beslist de natio‐
nale voorschriften met betrekking tot de veltech‐
niek worden opgevolgd.
4.1 Zagen
Niet in de startgasstand werken. Het motortoe‐
rental is in deze stand van de gashendel niet
regelbaar.
Rustig en met overleg werken – alleen bij vol‐
doende licht en goed zicht. Anderen niet in
gevaar brengen – voorzichtig werken.
4 Werktechniek
Nederlands
0458-533-9421-E 101