Operation Manual
MS 201 T, MS 201 TC
Nederlands
98
Hete machineonderdelen, vooral de
uitlaatdemper, niet aanraken – kans op
brandwonden!
In auto's: het motorapparaat tegen
omvallen, beschadiging en tegen het
weglekken van benzine beveiligen.
Tanken
Voor het tanken de motor afzetten.
Niet tanken zolang de motor nog heet is
– de benzine kan overstromen –
brandgevaar!
De tankdop voorzichtig losdraaien,
zodat de heersende overdruk zich
langzaam kan afbouwen en er geen
benzine uit de tank kan spuiten.
Uitsluitend op een goed geventileerde
plek tanken. Als er benzine wordt
gemorst, het motorapparaat direct
schoonmaken. De kleding niet in
aanraking laten komen met benzine,
anders direct andere kleding
aantrekken.
Hierdoor wordt het risico verkleind dat
de tankdop door de motortrillingen
losloopt en er benzine wegstroomt.
Voor het starten
Controleren of de motorzaag in goede
staat verkeert. Zie hiervoor het
betreffende hoofdstuk in de handleiding:
– Goed werkende kettingrem, voorste
handbeschermer
– Correct gemonteerd zaagblad
– Correct gespannen zaagketting
– Gashendel en gashendelblokkering
gangbaar – de gashendel moet
automatisch in de stationaire stand
terugveren
– Combischakelaar/stopschakelaar
gemakkelijk in stand 0, resp. STOP
te plaatsen
– Bougiesteker op vastzitten
controleren – bij een loszittende
steker kunnen vonken ontstaan,
hierdoor kan het vrijkomende
benzine-luchtmengsel ontbranden –
brandgevaar!
– Geen wijzigingen aan de
bedieningselementen en de
veiligheidsinrichtingen aanbrengen
– De handgrepen moeten schoon en
droog zijn – vrij van olie en hars –
belangrijk voor een veilige
bediening van de motorzaag
De motorzaag mag alleen in technisch
goede staat worden gebruikt – kans op
ongelukken!
Motor starten
Het starten in de boom is zeer gevaarlijk.
De gebruiker kan de controle over de
machine verliezen – kans op letsel!
De motorzaag voor boomverzorging
moet door iemand die op de grond staat
worden gecontroleerd, gevuld, gestart
en warmgedraaid, alvorens de
motorzaag voor het werken in de boom
wordt opgetakeld.
Voor het starten de kettingrem
blokkeren – door de ronddraaiende
zaagketting is er kans op letsel!
De motor op minstens 3 m van de plek
waar werd getankt en niet in een
afgesloten ruimte starten.
Alleen op een vlakke ondergrond, een
stabiele en veilige houding aannemen,
het motorapparaat goed vasthouden –
het snijgarnituur mag geen voorwerpen
en ook de grond niet raken, omdat dit
tijdens het starten kan meedraaien.
De motorzaag wordt slechts door één
persoon bediend. Andere personen
buiten het werkgebied houden – ook
tijdens het starten.
De motorzaag niet starten als de
zaagketting zich in een zaagsnede
bevindt.
Benzine is bijzonder licht
ontvlambaar – uit de
buurt blijven van open
vuur – geen benzine mor-
sen – niet roken.
Tankdop met beugel
(bajonetsluiting) correct
aanbrengen, tot aan de
aanslag draaien en de
beugel inklappen.
Op lekkages letten! Als er
benzine weglekt de motor
niet starten – levensge-
vaar door verbranding!