Operation Manual
HT 100, HT 101, HT 130, HT 131
Nederlands
114
Als het werk even wordt onderbroken
Kettingbeschermer aanbrengen en de
motor laten afkoelen. Het apparaat met
gevulde benzinetank op een droge
plaats, niet in de buurt van
ontstekingsbronnen, opbergen tot het
moment dat het apparaat weer wordt
gebruikt.
Bij langdurige buitengebruikstelling
Zie hoofdstuk "Apparaat opslaan"
N Zaagblad omkeren – steeds nadat
de ketting is geslepen en nadat de
ketting is verwisseld – om eenzijdige
slijtage te voorkomen, vooral bij de
zaagbladneus en aan de onderzijde
N Olietoevoerboring (1),
oliekanaal (2) en zaagbladgroef (3)
regelmatig reinigen
N Groefdiepte meten – met behulp
van het meetkaliber op het
vijlkaliber (speciaal toebehoren) –
op de plaats waar de slijtage het
grootst is
Als de groef niet ten minste zo diep is:
N Zaagblad vervangen
De aandrijfschakels raken anders de
bodem van de groef – hierdoor liggen de
tandvoet en de verbindingsschakels niet
meer op de randen van de
zaagbladgroef.
Zaagblad in goede staat
houden
3
2
1
390BA050 KN
Kettingtype Kettingsteek Minimale
groefdiepte
Picco 3/8“ P 5,0 mm
Rapid 1/4“ 4,0 mm
Picco 1/4" P 4,0 mm










