Operation Manual
HT 102, HT 103, HT 132, HT 133
Nederlands
97
Aanscherp- en voorsnijvlakhoek
A aanscherphoek
STIHL zaagkettingen worden
geslepen/aangescherpt met een
aanscherphoek van 30°. Uitzondering
hierop zijn de langszaagkettingen met
een aanscherphoek van 10°.
Langszaagkettingen hebben een X in de
benaming.
B voorsnijvlakhoek
Bij gebruik van de voorgeschreven
vijlhouder en vijldiameter wordt
automatisch de juiste voorsnijvlakhoek
verkregen.
De hoeken moeten bij alle tanden van
de zaagketting gelijk zijn. Bij ongelijke
hoeken: ruw, ongelijkmatig draaien van
de zaagketting, sterke slijtage – tot aan
het breken van de zaagketting.
Vijlhouder
N Vijlhouder gebruiken
De zaagkettingen met de hand
uitsluitend met behulp van een
vijlhouder (speciaal toebehoren, zie
tabel "Gereedschap voor het
slijpen/aanscherpen") aanscherpen.
Vijlhouders zijn voorzien van
aanscherphoekmerktekens.
Alleen speciale zaagkettingvijlen
gebruiken! Andere vijlen zijn door hun
vorm en kapping ongeschikt.
Ter controle van de hoeken
STlHL vijlkaliber (speciaal toebehoren,
zie tabel "Gereedschap voor het
slijpen/aanscherpen") – een universeel
gereedschap voor de controle van de
aanscherp- en voorsnijvlakhoek,
dieptebegrenzerafstand, tandlengte,
groefdiepte en voor het reinigen van de
groef en de olietoevoerboringen.
Correct slijpen/aanscherpen
N Het gereedschap voor het
slijpen/aanscherpen aan de hand
van de kettingsteek kiezen
N Bij gebruik van de apparaten FG 2,
HOS en USG: zaagketting van het
zaagblad nemen en volgens de
handleiding van het apparaat
slijpen/aanscherpen
N Het zaagblad eventueel inspannen
N Regelmatig slijpen/aanscherpen,
weinig materiaal wegnemen – voor
het gebruikelijke aanscherpen zijn
meestal twee tot drie vijlstreken
voldoende
Beiteltandvormen Hoek (°)
AB
Micro = halve beiteltand
bijv. 63 PM3, 26 RM3,
71 PM3
30 75
Super = volle beiteltand
bijv. 63 PS3, 26 RS,
36 RS3
30 60
Langszaagketting, bijv.
63 PMX, 36 RMX
10 75
A
B
689BA021 KN
689BA025 KN
001BA203 KN