User Manual

Table Of Contents
55
DEFRITNOSVFIDAPL NL
0478 201 9912 A - NL
Schakel het apparaat bij stilstand van
de messenwals meteen uit.
Het apparaat laten afkoelen en opnieuw
inschakelen zoals beschreven.
(Ö 10.9)
9.1 Startblokkering elektromotor
Het apparaat kan alleen met de
schakelaar in werking worden gesteld en
niet door de aansluitkabel in het
stopcontact te steken.
9.2 Opvangbox
De tuinhakselaar kan alleen met een
gemonteerde en vergrendelde opvangbox
worden ingeschakeld.
De geplaatste opvangbox voorkomt
tijdens het bedrijf de toegang tot de
draaiende messenwals.
10.1 Tuinhakselaar elektrisch
aansluiten
Voedingsspanning en bedrijfsspanning
moeten overeenkomen (zie typeplaatje).
De voedingskabel moet voldoende
beschermd zijn. (Ö 16.)
Als aansluitkabel mogen alleen leidingen
gebruikt worden die niet lichter zijn dan
rubberslangen H07 RN-F DIN/VDE 0282.
De aansluitingen moeten spatwaterdicht
zijn. Niet-aangepaste verlengkabels leiden
tot vermogensverliezen en kunnen schade
aan de elektromotor veroorzaken.
De kleinste doorsnede van de
voedingskabel moet 3x1,5mm² zijn bij
een lengte tot 25 m of 3x2,5mm² bij een
lengte tot 50 m zijn.
De koppelingen van de aansluitkabel
moeten van rubber zijn, of met rubber
overtrokken, en aan de norm
DIN/VDE 0620 voldoen.
Dit apparaat is geschikt om op een
elektriciteitsnet met een
systeemimpedantie Z
max
bij het
overgangspunt (huisaansluiting) van
maximaal 0,49 ohm (bij 50 Hz) te worden
aangesloten.
De gebruiker moet ervoor zorgen dat het
apparaat alleen op een elektriciteitsnet
wordt aangesloten dat aan deze eisen
voldoet. Indien nodig kan de
systeemimpedantie bij het lokale
energiebedrijf worden opgevraagd.
10.2 Netstroom inschakelen
Koppeling van de voedingskabel
in de stekker (1) steken.
Voedingskabel aan de trekontlasting
hangen. (Ö 10.4)
10.3 Voedingskabel loskoppelen
Trekontlasting losmaken. (Ö 10.4)
Ter voorkoming van schade aan de
voedingskabel mag de voedingskabel
uitsluitend worden losgekoppeld door aan
de koppeling te trekken. Nooit aan de
kabel zelf trekken.
10.4 Trekontlasting
Tijdens het werken voorkomt de
trekontlasting het onbedoeld
lostrekken van de aansluitkabel en
daardoor mogelijke schade aan de
voedingsaansluiting op het apparaat.
Hiertoe moet de aansluitkabel door de
trekontlasting worden geleid.
Netstroom inschakelen. (Ö 10.2)
Met de aansluitkabel (1) een lus
vormen en door de opening (2) leiden.
Leg de lus over de haak (3) heen en
trek deze aan.
10.5 Opvangbox plaatsen
Opvangbox (1) tot aan de
aanslag in de beide geleidingen
(2) schuiven.
Schuifblokkering (3) tot aan de aanslag
naar rechts draaien en de opvangbox
borgen.
De messenwals verandert
automatisch van draairichting bij te
hoge belasting.
9. Veiligheidsvoorzieningen
10. Apparaat in gebruik
nemen
Kans op letsel!
Neem alle veiligheidsvoorschriften
van het hoofdstuk "Waarschuwing –
gevaar voor elektrische schokken"
(Ö 4.2) in acht.
Voor meer informatie over de
netaansluiting kunt u terecht bij de
installateur.
6
De tuinhakselaar kan alleen met
een vergrendelde opvangbox
worden ingeschakeld.
7
8