Instruction Manual

83
NL
Metaal: Wordt minder door de vorm van het puntige voorwerp/gevaar (bijv. diameter,
geometrie, scherpte) beïnvloed. Echter, door beperkingen tijdens de verwerking van een
metalen beschermzool in een veiligheidsschoen, is het niet mogelijk om de gehele zool
af te dekken.
Niet-metaal: Kan lichter en exibeler zijn en bedekt een groter oppervlak van de zool
dan metaal. De weerstand tegen doordringing wordt meer door de vorm van het puntige
voorwerp/gevaar (bijv. diameter, geometrie, scherpte) beïnvloed.
Voor meer informatie over het type tussenzool dat in uw schoenen verwerkt is, kunt
u contact opnemen met de fabrikant of leverancier die in de gebruikersinformatie is
opgegeven.
De schoenen moeten op de juiste wijze worden bewaard en getransporteerd. Het
liefst in een kartonnen doos en in een droge ruimte. De schoenen zijn gekenmerkt met
de productiemaand en het productiejaar (bijvoorbeeld: 03/2018 = maart 2018). Een
houdbaarheidsdatum kan vanwege de vele factoren die hierop van invloed zijn, niet
in zijn algemeenheid worden opgegeven. Als richtlijn kan ruwweg worden uitgegaan
van vijf tot acht jaar na de productiedatum. Verder hangt de houdbaarheid ook af van
zaken als: slijtagegraad, het gebruik, het toepassingsgebied en externe factoren die
eveneens van invloed zijn, zoals: hitte, koude, vochtigheid, Uv-straling en chemische
substanties. Om deze reden moeten de schoenen voor gebruik altijd zorgvuldig worden
geïnspecteerd op beschadigingen. Schoenen die beschadigingen vertonen mogen niet
meer worden gebruikt.
Instructies om beschadigingen te beoordelen: (de foto’s kunnen op pagina 5
gevonden worden)
Wordt het volgende vastgesteld, is de schoen aan vervanging toe:
a) Begin van een duidelijke en diepe scheurvorming over de helft van de dikte van het
bovenmateriaal. (zie afbeelding 1)
b) Sterke slijtage van het bovenmateriaal, vooral wanneer de neus van de schoen of de
beschermneus kaal is geworden (zie afbeelding 2)
c) Vervorming van het bovenmateriaal, zoals: verbrandde of gesmolten stukken of verto-
ningen van bobbels of opengescheurde naden aan het been (zie afbeelding 3)
d) De buitenzool vertoont scheuren die langer zijn dan 10mm en dieper zijn dan 3mm
(zie afbeelding 4)
e) Tussen het bovenmateriaal en de loopzool zijn stukken van 10 tot 15mm lang en
5mm breed losgetornd
f) Het buigzame gedeelte van de buitenzool vertoont een proeldiepte van minder dan
1,5mm (zie afbeelding 5)
g) De originele inlegzool is vervormd of geplet
h) Wanneer de binnenzijde van de schoen met de hand wordt gecontroleerd, is vast te
stellen dat de voering kapot is en of dat er scherpe randen aan de beschermneus
zitten (zie afbeelding 6)
Wanneer schoenen antistatische eigenschappen hebben, moeten de hiernavol-
gend opgesomde aanbevelingen dringen nageleefd worden:
Antistatische schoenen moeten gebruikt worden wanneer de noodzaak bestaat om een
elektrostatische oplading door het aeiden van elektrische ladingen te verminderen,
zodat het gevaar voor ontsteking van bijvoorbeeld ontvlambare sto󰀨en en dampen door
vonken uitgesloten wordt. Daarnaast moeten ze gebruikt worden wanneer het gevaar
van een elektrische schok door een elektrisch apparaat of door onder spanning staande
delen niet volledig uitgesloten is. Wij moeten u er echter op wijzen dat antistatische
schoenen onvoldoende bescherming tegen een elektrische schok kunnen bieden,
omdat zij slechts een weerstand tussen grond en voet opbouwen. Wanneer het gevaar
voor een elektrische schok niet helemaal uitgesloten kan worden, moeten andere
maateregelen ter vermijding van dit gevaar genomen worden. Dergelijke maatregelen
en de hiernavolgend aangegeven testen moeten deel uitmaken van een routine
ongevallenpreventieprogramma op de werkplaats.
Op plekken waar explosiegevaar bestaat in de zones 0, 1 of 20 moet evenals in zone 21
bij sto󰀨en met M.O.E. < 3 mJ, dissipatief schoeisel worden gedragen dat een persoon
een weerstand tegen aarde geeft van hoogstens 10
8
Ohm. Antistatische schoenen met
een elektrische weerstand van > 100 MΩ zijn voor deze ruimten daarom niet geschikt.
Ervaring heeft getoond dat voor antistatische doeleinden de geleiding door een product
tijdens diens volledige levensduur een elektrische weerstand van minder dan 1000 MΩ
moet hebben. Een waarde van 100 kΩ wordt als laagste grens voor de weerstand van
een nieuw product gespeciceerd om een beperkte bescherming tegen gevaarlijke
elektrische schokken of ontstekingen, door een defect aan een elektrisch apparaat bij
werken tot 250 V te waarborgen. Er moet echter rekening gehouden worden met het
feit dat de schoen onder bepaalde voorwaarden onvoldoende bescherming biedt, reden
waarom de gebruiker van de schoen altijd bijkomende veiligheidsmaatregelen moet
nemen.
De elektrische weerstand van dit type schoen kan zich door buigen, vervuiling of vocht
aanzienlijk veranderen. Deze schoen voldoet niet aan zijn vooraf bepaalde functie
wanneer hij onder natte omstandigheden gedragen wordt. Daarom moet ervoor gezorgd
worden dat het product niet belemmerd wordt in de aeiding van elektrische opladingen,
zodat het tijdens zijn gebruiksduur bescherming bieden kan. Wij raden daarom de
gebruiker aan, om indien nodig, de elektrische weerstand ter plaatse te testen en deze
test regelmatig en in korte afstanden uit te voeren. Schoenen van categorie I kunnen
bij langere draagtijd vocht absorberen en onder vochtige en natte omstandigheden
geleidend worden.
Wanneer de schoen onder omstandigheden gedragen wordt waarbij het materiaal
van de zool verontreinigd wordt, moet de gebruiker de elektrische eigenschappen van
zijn schoen telkens voordat hij een gevaarlijke zone betreedt testen. In zones waarin
antistatische schoenen gedragen worden moet de bodemweerstand zodanig zijn dat de
door de schoen geboden beschermende functie niet ongedaan gemaakt wordt.
Tijdens het gebruik mogen geen isolerende materialen, behalve normale sokken, tussen
de inlegzool en de voet van de gebruiker gelegd worden. Wanneer een inlegzool tussen