Operation Manual

BR 200
Nederlands
57
Alleen op een vlakke ondergrond, op
een stabiele en veilige houding letten,
het apparaat goed vasthouden.
Na het aanslaan van de motor kunnen
door de in kracht toenemende
luchtstroom voorwerpen (bijv. stenen)
omhoog worden geslingerd.
Apparaat vasthouden en bedienen
Het apparaat wordt op de rug gedragen.
De rechterhand bedient de blaaspijp via
de bedieningshandgreep.
Alleen stapsgewijs voorwaarts werken
de luchtuitstroomopening van de
blaaspijp altijd in het oog houden – niet
achteruit lopen – kans op struikelen!
Motor uitzetten alvorens het apparaat
van de rug te nemen.
Tijdens de werkzaamheden
Bij dreigend gevaar, resp. in geval van
nood direct de motor afzetten stelknop
in stand STOP , resp. plaatsen.
Deze afstand ook ten opzichte van
andere objecten (auto's, ruiten)
aanhouden – kans op materiële schade!
Nooit in de richting van personen of
dieren blazen – het apparaat kan kleine
voorwerpen met hoge snelheid omhoog
slingeren – kans op letsel!
Tijdens het blazen (in open terrein en in
de tuin) op huisdieren letten, om deze
niet in gevaar te brengen.
Het apparaat nooit onbeheerd laten
draaien.
Let op bij gladheid, regen, sneeuw, ijs,
op hellingen, in oneffen terrein kans op
uitglijden!
Op obstakels letten: afval,
boomstronken, wortels, greppels kans
op struikelen!
Niet op een ladder, niet op onstabiele
plaatsen werken.
Bij gebruik van gehoorbeschermers
moet extra omzichtig en bedachtzaam
worden gewerkt omdat geluiden die op
gevaar wijzen (schreeuwen,
alarmsignalen e.d.) minder goed
hoorbaar zijn.
Rustig en met overleg werken – alleen
bij voldoende licht en goed zicht.
Voorzichtig werken, anderen niet in
gevaar brengen.
Op tijd rustpauzes nemen om
vermoeidheid en uitputting te
voorkomen – kans op ongelukken!
Uitlaatdempers met katalysator kunnen
bijzonder heet worden.
Bij het werken in greppels, slenken of op
plaatsen met weinig ruimte, steeds voor
voldoende luchtventilatie zorgen –
levensgevaar door vergiftiging!
Bij misselijkheid, hoofdpijn,
gezichtsstoornissen (bijv. kleiner
wordend blikveld), gehoorverlies,
duizeligheid, afnemende concentratie,
de werkzaamheden direct onderbreken
– deze symptomen kunnen onder
andere worden veroorzaakt door een te
hoge uitlaatgasconcentratie – kans op
ongelukken!
Niet roken tijdens het gebruik en in de
directe nabijheid van het apparaat –
brandgevaar! Uit het brandstofsysteem
kunnen ontvlambare benzinedampen
ontsnappen.
Bij stofontwikkeling altijd een stofmasker
dragen.
0009BA001 KN
Binnen een straal
van 15 m mogen
zich geen andere
personen ophou
-
den – kans op
letsel door wegge
-
slingerde
voorwerpen!
Het motorapparaat pro
-
duceert giftige
uitlaatgassen zodra de
motor draait. Deze gas
-
sen kunnen geurloos en
onzichtbaar zijn en
onverbrande koolwater
-
stoffen en benzol
bevatten. Nooit in afge
-
sloten of slecht
geventileerde ruimtes
met het apparaat werken
– ook niet bij machines
met katalysator.