Operation Manual

PROBLEEM MOGELIJKE OORZAAK OPLOSSING
NL 36 OPMERKING
4. De motor start
niet
5. De motor slaat
af
6.
Een moeilijke start
of een onregelmatige
werking van de motor
7.
Krachtverlies van
de motor tijdens het
maaien
8.
Bij het inschakelen
van het mes, slaat de
motor af
een onderbroken aardaansluiting van de
microschakelaars
geen toestemming tot starten
geen toevoer van benzine
storing bij start
een onderbroken aardaansluiting van de
microschakelaars
brandstofprobleem
rijsnelheid te hoog ten opzichte van de
maaihoogte
geen toestemming tot inschakelen
controleer de aansluitingen
controleer of aan de nodige voorwaar-
den werd voldaan om de motor te star-
ten (5.2.a)
controleer het niveau in de brandstof-
tank (5.3.3)
controleer de bekabeling voor de ope-
ning van de brandstofklep
controleer de benzinefilter
controleer of de dop van de bougie
bevestigd is
controleer de netheid en de correcte
afstand tussen de elektroden
controleer de aansluitingen
reinig of vervang de luchtfilter
maak het bakje van de carburateur
schoon
maak het bakje van de carburateur
schoon
controleer en vervang eventueel de
benzinefilter
vertraag en/of zet het maaidek in een
hogere stand (5.4.5)
controleer of de veiligheidsvoorschrif-
ten werden nageleefd (5.2.b)
Voor modellen met manuele start