Operation Manual

NL 35OPMERKING
7. OPMERKING
PROBLEEM MOGELIJKE OORZAAK OPLOSSING
1.
De sleutel
staat in de stand
«DRAAIEN», maar
de startmotor
reageert niet.
2.
De sleutel staat
in de stand
«DRAAIEN», de
startmotor
draait, maar de
motor start niet.
3.
De motor slaat
af
Blokkering van de elektronische kaart, te
wijten aan:
een lege of gesulfateerde accu
een doorgebrande zekering
een onjuiste massa op de motor of het
chassis
de aarding van de microachakelaars is
niet goed aangesloten
onzekere massa van de startmotor
geen toestemming tot starten
afwezigheid van brandstoftoevoer
probleem bij het starten
Blokkering van de elektronische kaart,
omwille van:
een onderbroken aardaansluiting van
de microschakelaars
een lege accu
een verkeerd aangesloten accu (onjuis-
te contacten)
een onjuiste motormassa
Draai de sleutel in de stand «STOP» en
zoek de oorzaak:
laad de accu op (6.2.5)
vervang de zekering (10 A) (6.4.3)
controleer de aansluiting van de zwar-
te aardingsdraden
controleer de aansluitingen
controleer de aansluitingen van de
aardgeleiders
controleer of aan de nodige voorwaar-
den werd voldaan om de motor te
starten (5.2.a)
controleer het brandstofpeil in de tank
(5.3.3)
controleer de aansluitingen van de
brandstoftoevoer
controleer de benzinefilter
controleer of de bougiekap goed
bevestigd is
controleer de schone staat van de
elektroden en hun correcte onderlinge
afstand
Draai de sleutel in de stand «STOP» En
zoek de oorzaak van het probleem:
controleer de aansluitingen
laad de accu op (6.2.5)
controleer de aansluitingen (3.5)
controleer de aardaansluiting van de
motor
Voor modellen met elektrische start