Operation Manual
LET OP! De olie wordt zeer snel het sy-
steem ingezogen. Het reservoir moet
te zorgen dat er geen lucht in het syste-
em wordt gezogen, iets wat nooit mag
gebeuren.
6. Zet het gaspedaal in de voorste stand door
het te blokkeren met een houten wig (28).
7. Laat de motor een minuut in de stand vooruit
draaien.
8. Verwijder de houten wig en zet het gaspe-
daal in de stand achteruit. Ga door met het
bijvullen van de olie.
9. Laat de motor een minuut in de stand achte-
ruit draaien.
10. Verander de rijrichting elke minuut, zoals
hierboven is aangegeven, en ga door met
het bijvullen van de olie tot het borrelen in het
reservoir stopt.
11. Zet de motor af, plaats het kapje (23:B) van
het oliereservoir terug en sluit de motorkap.
12. Laat de machine een paar minuten op ver-
schillende snelheden draaien en corrigeer
indien nodig het oliepeil in het reservoir.
9.8 CONTROLEREN VAN RIEMTRANSMIS-
SIES
Dient u te controleren of alle riemen intact zijn.
Zie voor de service-intervallen ho-
ofdstuk 13.
9.9 BESTURING
Zie voor de service-intervallen ho-
ofdstuk 13.
9.9.1 Controles
Draai het stuur kort heen en weer.
Er mag geen mechanische speling in de stuurket-
tingen zitten.
9.9.2 Afstelling (29)
Stel indien nodig de stuurkettingen als volgt af:
1. Zet de machine in de ‘recht vooruit’-stand.
2. Stel de stuurkettingen af met de twee moe-
ren onder het centrale punt (29).
3. Draai beide moeren evenveel tot er geen
speling meer is.
4. Rijd de machine recht vooruit en controleer
of het stuur recht staat.
5. Als het stuur verdraaid staat, maakt u de ene
moer losser en de andere vaster.
Span de stuurkettingen niet te strak
aan. Daardoor wordt het sturen zwaar-
toe.
9.10 ACCU
Zie voor het op de machine gebruikte accutype ”0
TABEL TECHNISCHE GEGEVENS”
-
king te komen.
Ga voorzichtig met de accu om en zorg ervoor
dat het zuur niet naar buiten kan stro-
men.
Als u het zuur in uw ogen of op uw huid
Als er zuur op uw lichaam terechtkomt,
medische hulp zoeken.
De accuvloeistof niet controleren en/of bijvullen.
Het enige onderhoud dat verricht moet worden, is
het opladen van de accu, bijvoorbeeld nadat de
machine voor lange tijd heeft stilgestaan.
De accu kan worden opgeladen:
• via de motor
• via een acculader.
9.10.1 Opladen via de motor
Dit is alleen mogelijk als de accu nog iets geladen
is, zodat de machine kan worden gestart.
• In geval van een nieuwe accu, de kabels op de
accu aansluiten.
• Rijd de machine naar buiten. Het is ook
mogelijk om een afzuiginrichting met de uitlaat
te verbinden, om het uitlaatgas af te zuigen.
• Start de motor volgens de instructies in deze
handleiding.
• Laat de motor onafgebroken werken voor 45
minuten (dit is de tijd die nodig is om de accu
volledig op te laden).
• Zet de motor af.
9.10.2 Opladen via acculader
Gebruik een acculader met constante
spanning. Gebruik van een standaard
acculader kan de accu beschadigen.
Neem voor meer informatie contact op met uw
NL
NEDERLANDS
(Vertaling van de originele
gebruiksaanwijzingen)
22