Manual






 
Deze aanwijzing
Bewaar deze aanwijzing zorgvuldig. Als het toestel het eigendom wordt
van een nieuwe gebruiker, dient u ook de handleiding te geven. Bij on-
derhouds- en eventuele herstellingswerkzaamheden de aanwijzing ter
beschikking stellen aan de installateur.
Temperatuurinstelling
De watertemperatuur mag via de temperatuurselectieknop naar wens
worden ingesteld. De temperatuurselectieknop zit op de onderste afdek-
kap (zie afbeelding 1).
Bij gering warmwaterverbruik of bij zeer kalkhoudend water wordt
de energiespaarstand "E" aanbevolen bij ca. 55 - 60 °C. In bepaalde
intervallen of na het afnemen van warm water warmt het toestel auto-
matisch op.
 
Wandmontage
Monteer muurboiler PSH 30 - 200 TM in een vorstvrije ruimte en in de
buurt van het aftappunt met de wateraansluitingen omlaag gericht.
Kies voor montage van het toestel bevestigingsmateriaal dat past bij de
sterkte van de wand. Neem het gewicht van de boiler gevuld met water
in acht (zie tabel "Technische gegevens").
De montageplaatsen voor de vereiste schroeven worden in afbeelding 4
en 5 getoond. De bevestigingsbeugel voor de verticale montage maakt
onderdeel uit van de boiler.
Wateraansluiting
De wateraansluiting moet worden uitgevoerd door een bevoegde instal-
lateur met inachtneming van de op dat moment geldige montagehand-
leiding, evenals de op dat moment geldende normen en voorschriften.
De wateraansluiting wordt gesloten (drukvast) uitgevoerd voor de voe-
ding van verschillende aftappunten.
De muurboiler is alleen geschikt voor aansluiting op kunststof leiding-
werken. Aanwijzing voor de aansluiting op een kunststof leidingwerk: in
geval van een storing kunnen er temperaturen tot 95°C (max. 0,6 MPa)
voorkomen. Het gebruikte kunststof leidingwerk moet hiervoor geschikt
zijn.
!

Gevaar voor beschadiging!
Indien de waterdruk hoger is dan 5 bar moet in de koudwa-
teraanvoerleiding een drukreduceerklep worden geplaatst.
!

Opgelet: Het toestel staat onder druk. Het expansiewater
druppelt tijdens verwarming uit de veiligheidsklep. Als er nog
steeds water druppelt wanneer de opwarming ten einde is, dient u
de installateur te informeren.
Voor aansluiting van de boiler op de waterleiding moet deze grondig
worden doorgespoeld, zodat er geen vreemde voorwerpen in de boiler
of de veiligheidsinrichting terecht kunnen komen.
Wij raden aan de boiler volgens afbeelding 3 te installeren.
!

Gevaar voor beschadiging!
De boiler moet beslist met een typegekeurde membraanvei-
ligheidsklep geïnstalleerd worden.
De veiligheidsaanwijzingen in de montagehandleiding van de mem-
braanveiligheidsklep moeten in acht worden genomen
De veiligheidsklep moet periodiek op zijn werking worden gecontro-
leerd. De veiligheidsklep beschermt de boiler tegen een ontoelaatbaar
hoge drukstijging. De veiligheidsklep moet regelmatig volgens perio-
dieke intervallen worden bediend om vastzitten door kalkafzettingen te
voorkomen.
De druipwateruitloop van de veiligheidsklep moet altijd blijven geopend
in de richting van de atmosfeer. De druipwateruitloop moet naar een af-
voerbuis met een onafgebroken afwaartse helling worden geleid, zodat
een onbelemmerde waterafloop wordt verzekerd.
Vullen:
“ open de afsluitklep na aansluiting van de boiler.
“ Open daarna de warmwaterkraan. Wanneer hier water uitloopt, is
de boiler gevuld.
“ Sluit de uitloopkraan en controleer de installatie op lekkage.
!

Gevaar voor beschadiging!
Sluit de boiler beslist niet aan op het elektriciteitsnet zonder
te controleren of deze daadwerkelijk met water is gevuld!
Elektrische aansluiting 2
1 Aansluitklem voor signaallampje
2 Aansluitklem voor signaallampje
3 Ingangzijde van de regelaar
4 Aardleiding (direct op de puntgelaste M6-schroef
op de boiler aansluiten)
5 Veiligheidstemperatuurbegrenzer
6 Temperatuurregelaar
7 LED
8 Verwarmingselement
A(L) L-klem van de regelaar
B(N) N-klem van de regelaar
C Onderkap mantel
D Buitenmantel behuizing
E Anode
F Boiler
R Weerstand 560 ohm
Het is verstandig om de boiler alleen bij langere afwezigheid van het
elektriciteitsnet te scheiden. Door de hoogwaardige warmte-isolatie uit
polyurethaan schuim is het warmteverlies slechts laag.
!

Vorstgevaar: het toestel is alleen tegen vorst beschermd, wan-
neer het onder spanning staat. Indien het toestel van het elek-
triciteitsnet is gescheiden, moet bij kans op vorst de boiler worden
afgetapt. De veiligheidsgroep en de waterleiding zijn niet beschermd.
Bedieningspaneel 1
 Vorstbeschermstand
E Energiezuinige stand (ca. 60°C)
 Temperatuurbereik (ca. 70°C)