Operating Instructions and Installation Instructions

72 | DHB-E SLi www.stiebel-eltron.com
INSTALLATIE
Storingen verhelpen
14. Storingen verhelpen
WAARSCHUWING elektrische schok
Om het toestel te kunnen controleren, moet er spanning
op het toestel staan.
Indicatiemogelijkheden diagnoselampje (LED)
rood brandt bij storing
geel brandt tijdens de verwarmingsfunctie
groen knippert: toestel met netaansluiting
Storing/ weergave LED-diagnoselampje Oorzaak Oplossing
Het toestel schakelt niet in. De douchekop/ straalregelaars zijn verkalkt. Ontkalk of vervang eventueel de douchekop/ straal-
regelaars.
Het debiet is te gering. De zeef in het toestel is vuil. Reinig de zeef.
De nominale temperatuur wordt niet bereikt. Er ontbreekt een fase. Controleer de zekering van de huisinstallatie.
De verwarming schakelt uit. De luchtherkenning detecteert lucht in het water. Het
verwarmingsvermogen schakelt kortstondig uit.
Na één minuut gaat het toestel weer in werking.
Geen warm water en geen lampindicatie. De zekering is geactiveerd. Controleer de zekering van de huisinstallatie.
De veiligheidsdrukbegrenzer is uitgeschakeld.
Verhelp de oorzaak van de fout (bijvoorbeeld een
defecte drukspoelkraan).
Bescherm het verwarmingssysteem tegen over-
verhitting door een voorbij het toestel geschakelde
aftapkraan gedurende één minuut open te zetten.
Daarvoor wordt de druk van het verwarmingssys-
teem afgevoerd en wordt het verwarmingssysteem
afgekoeld.
Activeer de veiligheidsdrukbegrenzer bij stromings-
druk door op de resetknop te drukken, zie ook het
hoofdstuk "Installatie/ Ingebruikname/ Eerste
ingebruikname".
De elektronica is defect. Controleer de elektronica; vervang deze indien
nodig.
Lampindicatie: groen knippert
Geen warm water bij debiet
> 3l/min.
De doorstroomhoeveelheidsmeter DFE is niet aangeslo-
ten.
Sluit de stekker van de doorstroomhoeveelheidsme-
ter weer aan.
De doorstroomhoeveelheidsmeter DFE is defect. Controleer de doorstroomhoeveelheidsmeter; ver-
vang deze indien nodig.
De nominale temperatuur wordt niet bereikt.
De sensor voor de gevraagde waarde of de verbindings-
kabel is defect of de verbindingskabel is niet aangesloten.
Sluit de verbindingskabel aan; vervang evt. de sensor
voor de gevraagde waarde.
De temperatuurbegrenzing is geactiveerd. Schakel de temperatuurbegrenzing uit.
Lampindicatie: geel is continu verlicht, groen
knippert
Geen warm water bij debiet
> 3 l/min.
De veiligheidstemperatuurbegrenzer STB is geactiveerd
of is onderbroken.
Controleer de veiligheidstemperatuurbegrenzer;
vervang deze indien nodig.
Het verwarmingssysteem is defect. Meet de weerstand van het verwarmingssysteem;
vervang deze indien nodig.
De elektronica is defect. Controleer de elektronica; vervang deze indien
nodig.
Lampindicatie: geel brandt continu, groen
knippert
De uitloopsensor is defect. Controleer de aansluiting, vervang de uitloopsensor
indien nodig.
De nominale temperatuur wordt niet bereikt. Het toestel werkt aan de vermogensgrens. Reduceer het debiet. Plaats de doorstroomvolume-
begrenzer.
Lampindicatie: rood brandt continu, groen
knippert
De uitloopsensor is defect. Controleer de aansluiting, vervang de uitloopsensor
indien nodig.
Er is geen warm water De koudwatersensor is defect. Controleer de elektronica; vervang deze indien
nodig.
Gewenste temperatuur > 45°C wordt niet be-
reikt
De koudwatertoevoertemperatuur is hoger dan 45°C. Verlaag de koudwatertoevoertemperatuur naar het
toestel.