Operation Manual
Algemene veiligheidsregels en -voorschriften 
•  Plaats uw voeten niet te dicht bij het voorwiel en de voorvork als de 
scooter rijdt. Houdt uw voeten altijd op de rubber mat in plaats van 
tegen de voorkap. 
De scooter heeft een elektronische aandrijving. Bepaalde parameters 
zijn in de fabriek afgesteld. Deze instellingen zijn bedoeld voor een 
comfortabel en efficiënt gebruik en kunnen niet worden gewijzigd. 
De standaard versie van uw scooter is getest volgens de strengste 
eisen op het gebied van elektromagnetische storing. 
Als u een mobiele telefoon gebruikt in de buurt van een speciaal 
aangepaste scooter, wordt u geadviseerd om eerst de scooter uit te 
schakelen. 
Uw scooter kan elektromagnetische velden, zoals alarmsystemen, 
beïnvloeden. Als de elektronica van de scooter niet goed is 
afgeschermd, kan dit invloed hebben op gevoelige elektrische 
apparaten, zoals winkelalarmsystemen en garage-openingssystemen. 
De scooter is hierop getest. Als problemen van deze aard optreden, 
gelieve deze direct aan uw dealer te melden. 
•  Pas op met ultra-violet licht: dit kan vroegtijdige slijtage 
veroorzaken van materialen als rubber, plastic en email. 
•  Pas op met het gebruik van uitstekende voorwerpen op de scooter, 
deze kunnen schade veroorzaken aan de omgeving of de scooter 
zelf. 
•  Houd de scooter uit de buurt van open vuur. 
•  Vermijd extreme weersituaties of extreme natte omgeving en 
onderhoud en bewaar de scooter in schone en droge conditie. 
Gebruik de heupgordel indien van toepassing en zorg ervoor dat de 
heupgordel op de juiste wijze aan de scooter is bevestigd en aan de 
gebruiker is aangepast. 










