User manual

Conformiteitsverklaring
Dit product voldoet aan de
- laagspanningsrichtlijn 2006/95/EG
- EMC-richtlijn 2004/108/EG
- RoHS-richtlijn 2011/65/EG
- WEEE-richtlijn 2012/19/EG
- 19 -
Gebruik/onderhoud
De sensorlamp is geschikt voor het automatisch in- en uit-
schakelen van licht. Weersinvloeden kunnen de werking van
de sensorlamp beïnvloeden, bij hevige windvlagen, sneeuw,
regen en hagel kan het tot foutieve schakelingen komen,
omdat de plotselinge temperatuurswisselingen niet van warm-
tebronnen onderscheiden kunnen worden. De registratielens
kan bij vervuiling met een vochtige doek (zonder reinigings-
middel) worden schoongemaakt. Voor de reiniging van de
LED-lichtkrans e kan de minisensorunit g worden afgeno-
men.
Permanente verlichting
Als er een netschakelaar in de kabel gemonteerd wordt, zijn
naast het eenvoudige in- en uitschakelen ook de volgende
functies mogelijk:
Sensormodus
1) Licht inschakelen (indien lamp UIT):
Schakelaar 1 x UIT en AAN.
De lamp blijft gedurende de ingestelde tijd aan.
2) Licht uitschakelen (indien lamp AAN):
Schakelaar 1 x UIT en AAN.
De lamp gaat uit resp. schakelt over op sensormodus.
o
Permanente verlichting
1) Permanente verlichting inschakelen:
Schakelaar 2 x UIT en AAN. De lamp schakelt gedurende
4 uur over op permanente verlichting (rode LED achter de
lens brandt). Vervolgens schakelt de lamp automatisch weer
over op sensormodus (rode LED uit).
2) Permanente verlichting uitschakelen:
Schakelaar 1 x UIT en AAN. De lamp gaat uit resp. schakelt
over op sensormodus.
Belangrijk:
Het meerdere malen op de schakelaar drukken moet snel
achter elkaar gebeuren (ca. 0,5 – 1 sec.).
Afstelling registratiebereik
Het registratiebereik kan indien gewenst worden beperkt. Met
de meegeleverde afdekplaatjes kunnen zoveel lenssegmenten
als gewenst worden afgedekt. Hierdoor worden verkeerde
schakelingen door bijv. auto's, voetgangers etc. voorkomen of
n
bepaalde gebieden gericht bewaakt. De afdekplaatjes en
afdekfolies kunnen langs de inkepingen afgebroken of doorge-
knipt worden. Daarna worden ze gewoon op de lens gestoken
of geplakt.
p
- 18 -
Na de installatie kan de sensorlamp in gebruik worden geno-
men. Op de afneembare sensorunit bevinden zich instelknop-
jes voor de tijds-, programma- en schemerinstelling. Na het
indrukken van de blokkering i met een sleufschroevendraaier
Functies , ,
j k l
kan de sensoreenheid voor een eenvoudige instelling worden
afgenomen. Daarbij schakelt de sensorlamp over op perma-
nente verlichting.
Schemerinstelling (drempelwaarde) k
(instelling af fabriek: daglichtstand
2000 lux)
Traploos instelbare drempelwaarde van de sensor
van 2 2000 lux.
Instelknopje op gezet = daglichtstand ca. 2000 lux.
Instelknopje op gezet = schemerstand ca. 2 lux.
Voor de instelling van het registratiebereik bij daglicht moet
het instelknopje op (daglichtstand) worden gezet.
Uitschakelvertraging (tijdsinstelling) j
(instelling af fabriek: 5 sec.)
Traploos instelbare brandduur van 5 sec. tot 15 min.
Instelknopje op = kortste tijd (5 sec.)
Instelknopje op + = langste tijd (15 min.)
Bij de instelling van het registratiebereik wordt geadviseerd
om de kortste tijd te kiezen.
5 sec. 15 min.
2 – 2000 lux
Programma-instelling l
(instelling af fabriek: programma 1)
De volgende programma's hebben alleen
betrekking op de LED-lichtkrans en het
power-LED-effectlicht. Het hoofdlicht
schakelt vanaf de ingestelde schemer-
waarde bij beweging altijd aan en na
afloop van de ingestelde tijd weer uit.
Programma + : comfortprogramma LED:
De LED's branden vanaf de ingestelde schemerwaarde
de hele nacht.
Programma : comfort-energiespaarprogramma LED*:
De LED's branden vanaf de ingestelde schemerwaarde
tot halverwege de nacht.
Daarna schakelen de LED's bij beweging in.
Programma : standaardprogramma LED:
De LED's schakelen bij beweging in.
Na afloop van de ingestelde tijd gaan de LED's uit
1
2
3
4
* Opmerking bij comfort-energiespaarprogramma LED :
In de sensor is geen klok geïntegreerd, het midden van de
nacht wordt alleen bepaald door de lengte van de donkere
fases. Daarom is het voor een storingvrije werking belangrijk
dat de lamp gedurende deze tijd van netspanning wordt voor-
zien. Gedurende de eerste nacht (inmeetfase) zijn de LED's
compleet actief. De waarden worden zo opgeslagen, dat ze
beveiligd zijn tegen stroomuitval.
Wij adviseren om de stroom in programma niet te onderbre-
ken. De waarden worden tijdens meerdere nachten bepaald,
daarom moet bij eventuele storingen gedurende meerdere
nachten gecontroleerd worden of de uitschakeltijd van de
LED's richting middernacht verandert.
3
3
Afmetingen (H x B x D): 295 x 72 x 105
Netaansluiting: 230 – 240 V, 50 Hz
Vermogen: 12 W led-effectlicht en led-powerlicht, ca. 1 W
alleen spaarlamp met max. Ø 48 mm / max. 15 W
Registratiehoek: 360° met 90° openingshoek en onderkruipbescherming
Reikwijdte van de sensor: max. 8 m rondom
Tijdinstelling: 5 sec. 15 min.
Schemerinstelling: 2 – 2000 lux
Programma-instelling: 4 praktijkgerichte programma's (zie boven)
Permanente verlichting: inschakelbaar (4 uur)
voorwaarde: aangesloten schakelaar in voedingskabel
Temperatuurbereik: -10 °C tot +50 °C
Bescherming: IP 44
Veiligheidsklasse: II
Technische gegevens van de bijgaande led-lamp
Vermogen: 8,5 W / E27
Lichtstroom/efficiëntie: 674 lm / 79,3 lm/W
Kleurweergave-index: RA ≥ 80
Kleurtemperatuur: 3000 K (warm wit)
Levensduur led-lampjes: 25.000 uur
Technische gegevens
NL