Operation Manual

Stanley TLM330
Meetfuncties
13
NL
Waterpassen
i
Deze functie toont continu de hel-
ling van het apparaat. Vanaf een
helling van ±5° begint het apparaat
te piepen. Hoe dichter het bij de 0°
komt, hoe sneller het piept. Als een
helling van ±0.3° wordt bereikt, dan
piept het apparaat ononderbroken.
1
1x
Plaats het apparaat op het voorwerp
dat moet worden gewaterpast.
2
8.7 °
De helling
wordt ge-
toond (Be-
reik ±180°).
Uitzetten
1
2
3
1.000 m
1
2x
0.625 m
2
Waarde
instellen.
3
Waarde bevestigen
en meting starten.
4
Beweeg instru-
ment langzaam
langs de uitzet-
lijn. De afstand
naar het volgen-
de uitzetpunt
wordt getoond.
0.625 m
0.240 m
Het is nog 0.240 m
tot de volgende
0.625 m afstand.
i
Het instrument gaat piepen
als een uitzetpunt wordt ge-
naderd binnen 0.1 m.
De functie kan worden ge-
stopt door indrukken van de
RESET/UIT toets.