Operation Manual

48
77137
Opzetten
• Plaats het laserinstrument op een plat, stabiel oppervlak.
Als u van plan bent de automatische nivelleringsfunctie te
gebruiken, zet u de pendule-/transportvergrendeling in de
ontgrendelde stand. Het laserinstrument moet vervolgens
rechtop worden gepositioneerd, op een vlak dat binnen het
gespecifi ceerde compensatiebereik ligt.
Het laserinstrument kan in elke gewenste richting
worden geplaatst en werkt alleen wanneer de pendule-/
transportvergrendeling in de vergrendelde stand staat.
Accessoires bevestigen
Plaats het accessoire op een plaats waar het niet wordt
verstoord en nabij de centrale locatie van het te meten
gebied.
Zet het accessoire volgens de aanwijzingen op. Pas de
positionering zodanig aan dat de voet van het accessoire zo
goed als horizontaal is (binnen het compensatiebereik van de
laserinstrumenten).
Bevestig het laserinstrument op het accessoire met behulp
van de bevestigingsmethode die van toepassing is op deze
accessoire-/laserinstrumentcombinatie.
LET OP:
Als het laserinstrument op een accessoire is bevestigd, mag
u het instrument niet zonder toezicht achterlaten zonder de
draaischroef stevig vast te draaien. Als u zich hier niet aan
houdt, kan het laserinstrument vallen en schade oplopen.
OPMERKING:
Het is best practice om het laserinstrument altijd met één
hand te ondersteunen wanneer u het op een accessoire
plaatst of er vanaf haalt.
Bediening
OPMERKING:
• Zie LED beschrijvingen voor aanduidingen tijdens
gebruik.
De lasermeter voor gebruik altijd op nauwkeurigheid
controleren.
In de handinstelling is zelfnivellering uitgeschakeld
De nauwkeurigheid van de straal is niet gegarandeerd
horizontaal.
De lasermeter geeft aan wanneer hij buiten
compensatiebereik is. Zie LED beschrijvingen. Verstel
het laserapparaat om deze zoveel mogelijk te nivelleren.
Niet vergeten het apparaat na gebruik uit te schakelen en
de slinger weer te vergrendelen.
Inschakelen
• Druk op
om de lasermeter AAN te zetten.
Om de laser UIT te zetten, herhaaldelijk op
drukken totdat de UIT modus is geselecteerd OF voor ≥
3 op drukken om de laser vanuit iedere stand op
UIT te zetten.
Modus
Druk herhaaldelijk op
voor de verschillende
beschikbare standen.
Zelfnivellerende / Handmatige modus
(Zie afbeeldingen
C
en
F
)
De slingervergrendeling van de laser moet ontgrendeld
worden om zelfnivelleren mogelijk te maken.
De laser kan gebruikt worden met de slinger vergrendeld
als dit nodig is om de laser op verschillende hoeken te
positioneren om niet-genivelleerde lijnen of punten te
projecteren.
Nauwkeurigheidscontrole
en kalibratie
OPMERKING:
De lasermeters zijn op de fabriek verzegeld en gekalibreerd
op de gespecifi ceerde nauwkeurigheid.
Het wordt echter aanbevolen de kalibratie te controleren
voor u het toestel in gebruik neemt. Daarna de kalibratie
periodiek herhalen.
De lasermeter moet regelmatig gecontroleerd worden op
nauwkeurigheid, vooral voor precisiemetingen.
Transportvergrendeling moet ontgrendeld zijn
om zelfnivellering mogelijk te maken en de
nauwkeurigheid te controleren.