Operation Manual
61
77-320 / 77-321
Nauwkeurigheid verticale straal
(Zie fi guur
M
)
•
M
1
Meet de hoogte van een deurpost of referentiepunt om
de afstand D
1
te bepalen. Plaats het laserapparaat zoals
in de afbeelding is getoond met de laser AAN. Richt de
verticale straal op de deurpost of referentiepunt. Markeer
punten P
1
, P
2
, en P
3
zoals getoond.
•
M
2
Beweeg de laser in tegenovergestelde richting van de
deurpost of referentiepunt en richt dezelfde verticale straal
gelijk met P
2
en P
3
.
•
M
3
Meet de horizontale afstanden tussen P
1
en de verticale
straal van de 2de locatie.
• Bereken de maximale toelaatbare offset afstand en
vergelijk met D
2
.
• Als D
2
niet minder of gelijk is aan de berekende
maximale offset afstand, dan moet het apparaat aan
de Stanley-distributeur geretourneerd worden voor
kalibratie.
Maximale offset afstand:
= 0,4
mm
m
x D
1
m
Maximum
= 0,0048
in
ft
x D
1
ft
Vergelijk: (Zie afbeelding
M
3
)
D
2
≤ Maximum
Voorbeeld:
• D
1
= 2 m, D
2
= 0,3 mm
• 0,4
mm
m
x 2 m = 0,8 mm (maximum offset afstand)
• 0,3 mm ≤ 0,8 mm (TRUE, apparaat is binnen
toleratie)
Opwaartse en neerwaartse
nauwkeurigheid van laserstraal
(Alleen SCL-D / zie afbeelding
N
)
•
N
1
Plaats het laserapparaat zoals in de afbeelding is
getoond met de laser AAN. Meet afstanden D
1
en D
2
.
Markeer punten P
1
en P
2
.
•
N
2
Roteer het laserapparaat 180° terwijl dezelfde afstand
wordt bewaard tussen D1 en D
2
. Richt neerwaartse
laserstraal gelijk met punt P
2
. Markeer punt P
3
.
•
N
3
Meet afstand D
3
tussen punten P
3
en P
1
.
• Bereken de maximale toelaatbare offset afstand en
vergelijk met D
3
.
• Als D
3
niet minder of gelijk is aan de berekende
maximale offset afstand, dan moet het apparaat aan
de Stanley-distributeur geretourneerd worden voor
kalibratie.
Maximale offset afstand:
= (D
1
m x 0,4
mm
m
) + (D
2
m x 0,8
mm
m
)
Maximum
= (D
1
ft x 0,0048
in
ft
) + (D
2
ft x 0,0096
in
ft
)
Vergelijk: (Zie afbeelding
N
3
)
D
3
≤ Maximum
Voorbeeld:
• D
1
= 3 m, D
2
= 1 m, D
3
= 1,5 m
• (3 m x 0,4
mm
m
) + (1 m x 0,8
mm
m
) = 2,0 mm
(maximum offset afstand)
• 1,5 mm ≤ 2,0 mm (TRUE, apparaat is binnen
toleratie)










