Operation Manual
133
77-119
1. Plaats laserapparaat zoals in de afbeelding
is getoond met de laser AAN. Meet
afstanden D
1
en D
2
. Markeer punten P
1
en P
2
.
D
3
P
3
P
1
P
1
P
2
D
1
D
2
P
3
P
2
D
1
D
2
P
1
IJking
OPMERKING: Het laserapparaat is op de fabriek geijkt. Tijdens gebruik regelmatig de
nauwkeurigheid van het laserapparaat controleren om te verzekeren dat de specificaties
behouden blijven.
Opwaartse en neerwaartse nauwkeurigheid van laserstraal
2. Roteer het laserapparaat 180° terwijl
dezelfde afstand wordt bewaard tussen
1
en D
2
. Markeer neerwaartse laserstraal
met punt P
2
. Markeer punt P
3
.
3. Meet afstand D
3
tussen punten P
3
en P
1
.










