Operating instructions

direct rechtop zetten. Wacht minimaal 60 minuten voordat u de luchtont-
vochtiger weer in gebruik neemt. Leeg voor elk transport de watertank.
De luchtontvochtiger mag alleen conform de instructies van deze ge-
bruikshandleiding worden gebruikt. Bij nietnavolging van deze instruc-
ties bestaat risico op lichamelijk letsel, brand, een elektrische schok of
defecten.
De luchtontvochtiger mag alleen voor privé-gebruik binnenshuis worden
gebruikt en is niet geschikt voor commercieel gebruik.
Als de netkabel van de luchtontvochtiger beschadigd is, dient deze door
de fabrikant of een door de fabricant goedgekeurd servicebedrijf of
soortgelijk gekwalificeerd personeel te worden vervangen om schade
te voorkomen.
Neem deze luchtontvochtiger niet in gebruik als deze is beschadigd,
beschadigingen vertoont of niet goed werkt. Trek de netstekker uit de
contactdoos.
Het apparaat moet worden geïnstalleerd in overeenkomst met nationale
regelgevingen m.b.t. bedrading.
Ingebruikname/bediening
1. Plaats Albert op een vlak oppervlak in de gewenste kamer. Steek de
voedingskabel (16) in een stopcontact.
2. Druk op de aan/uitschakelaar (3) om de ontvochtiger in te schakelen.
3. U kunt de snelheid van de ventilator in de ontvochtiger selecteren door
op de snelheidschakelaar (5) te drukken. Er zijn 3 snelheidniveaus be-
schikbaar. Hoe hoger de snelheid, hoe krachtiger de prestatie van de
ontvochtiger.
4. Gebruik de hygrostaat (4) om het gewenste vochtigheidsniveau in te
stellen. Druk op de hygrostaatknop (4) en gebruik de draaibediening
(10) om de gewenste vochtigheidsgraad in te stellen (10). U kunt voch-
tigheidsniveaus selecteren tussen 30 en 80% of het apparaat continu
laten werken (CO op de display). Wij raden voor normale omstandig-
heden een vochtigheidsniveau aan van niet hoger dan 60%. Zodra
de ontvochtiger de geselecteerde vochtigheidsgraad heeft bereikt,
schakelt het uit om vervolgens met constante intervallen het voch-
tigheidsniveau te controleren door de ventilator een korte tijd in te
schakelen.
5. U kunt de timer gebruiken om nauwkeurig te selecteren wanneer
Albert werkzaam moet zijn. De timer kan worden geactiveerd door op
de timerknop aan/uit (6) te drukken, de LED zal vervolgens oplichten.
Druk nogmaals op de knop om de timer te deactiveren, de LED zal ver-
volgens uitschakelen. Ga als volgt te werk om de timer in te stellen:
6. De tijd instellen: Druk voor 5 seconden op Instelling (7) en het uursym-
booltje zal op de display beginnen te knipperen; daarnaast knipperen
ook de uren. U kunt nu de correcte uren instellen via de draaibediening
(10). Als de uren correct zijn ingesteld, druk nogmaals op Instelling (7)
om de minuten op dezelfde manier in te stellen. Druk ter bevestiging
nog een keer op Instelling (7).
7. De timer instellen: Druk kort op Instelling (7) om de tijd voor de timer
in te stellen waarop het apparaat moet inschakelen (timer aan) en ook
de timertijd waarop het apparaat moet uitschakelen (timer uit). Deze
procedure werkt hetzelfde als de tijdinstelling hierboven. Zolang de