User manual

met wat zeep te reinigen. U kunt vervolgens een nieuw wattenschijfje
(commercieel verkrijgbaar) insteken en de gewenste geurdruppeltjes
toevoegen.
9. Zodra het symbooltje «No Water» (14) oplicht, moet het apparaat wor-
den bijgevuld met water. Verwijder hiervoor de watertank (5) en vul
het met schoon, koud kraanwater. Nadat u de watertank weer terug-
plaatst, begint het apparaat na enkele seconden automatisch weer te
werken.
10. Als u tijdens werking water wilt bijvullen, kunt u de watertank verwij-
deren en bijvullen. Het apparaat zal voor minstens 30 minuten blijven
werken met het water dat nog in het apparaat resteert. Zolang u de
watertank binnen deze periode weer terugplaatst, kan het apparaat
zonder onderbreking blijven werken.
Belangrijke informatie
Luchtbevochtiging met een luchtwasser neemt wat tijd in beslag. Een lucht-
wasser werkt volgens het verdampingsprincipe. In dit proces absorbeert
de lucht slechts de hoeveelheid water die het nodig heeft op de huidige
temperatuur (zelfregelende luchtbevochtiging). Dit betekent dat het enkele
uren kan duren om een meetbaar bevochtigingresultaat te behalen. Als u
de luchtwasser in een zeer droge omgeving in bedrijf stelt, raden wij u aan
het apparaat in te stellen op continue werking («Air Humidity») en het snel-
heidsniveau op 3 of Turbo («Speed») in te stellen, om de luchtvochtigheids-
graad effectief te verhogen. Hier spelen ook de grootte van de kamer en de
ventilatie-intervallen een rol. (Zie ook www.stadlerform.com/faq).
Reiniging
Vóór willekeurig onderhoud of reiniging en na elk gebruik, schakel het appa-
raat uit en haal de netkabel (3) uit het stopcontact.
Let op: het apparaat nooit in water onderdompelen (kortsluitingsgevaar).
De buitenkant met een vochtige doek schoonwrijven en daarna goed
drogen.
Verwijder voor interne reiniging de watertank (5) en trek vervolgens de
waterlade (2) met de verdamperschijven (8) uit (vast pakken onder de
lade).
Spoel de waterlade (2) en verdamperschijven (8) af met schoon water
eens per week, om de vuildeeltjes verwijderd uit de lucht weg te wassen.
Reinig de waterlade (2), verdamperschijven (8) en watertank (5) grondig
met een zacht borsteltje of sponsje en warm water elke 2 weken. In
het geval van kalkaanslag in de waterlade of watertank, kunt u een ont-
kalkingmiddel verdund met water gebruiken (zie instructies van de fabri-
kant voor mengselverhouding). Spoel de lade en tank vervolgens grondig
schoon met kraanwater.
Ontkalk de verdamperschijven (8) ca. elke 4 weken, afhankelijk van de
hardheidsgraad van het water. Leeg hiervoor eerst het water dat even-
tueel in de waterlade (2) resteert. Vul de waterlade vervolgens met een
ontkalkingmiddel (mengselverhouding van oplossing/water volgens de
instructies van de fabrikant) tot op 2 cm onder de rand van de lade (laat de
verdamperschijven in de lade). Druk de waterlade nu terug in het apparaat
(de tank hoeft niet te worden ingestoken). Activeer de toetsen met een
handbeweging over de display. Druk driemaal op de toets «Mode» om de
reinigingsmodus te starten. Het symbooltje «Clean Mode» zal oplichten.