Product Manual
57
Accu’s uitsluitend opladen, wanneer de temperatuur van het apparaat zich tussen 10°C en
40°C bevindt. Opladen bij hogere temperaturen kunnen de accu’s beschadigen. Opladen
bij lagere temperaturen verlengt de oplaadtijd en reduceert de capaciteit, hetgeen tot een
gereduceerd vermogen en een kortere levensduur van de accu leidt.
Opbouw v.d. laser
Plaats de laser horizontaal of verticaal op een stabiele ondergrond of d.m.v. de statiefaansluiting op een statief of
wandklem op de juiste hoogte. De laser herkent automatisch of hij horizontaal of vertikaal staat opgesteld..
De laser aan-/uitschakelen
Door op de Aan-Uit-toets 1 te drukken wordt het apparaat ingeschakeld, terwijl alle LED’s 2, 4, 5 2 sec.
oplichten in het LCD-display worden de als laatste gebruikte procentwaarden, de maskermodus alsook het
antennesymbool aangetoond.
De waterpas stellen begint onmiddellijk met het toerental 600 min
-1
en de laatst gebruikte procentwaarden.
Voor het uitschakelen van het apparaat opnieuw de toets indrukken. Tijdens het waterpas stellen staat de rotor
stil, de waterpasindicator 4 knippert ( 1 x per sec.). Het apparaat is waterpas gesteld, wanneer de laserstraal
verschijnt en de waterpasindicator 4 alsook de procentindicatie aan de laser en aan de afstandsbediening niet
meer knippert. De waterpasindicator brandt dan 5 min. ononderbroken en gaat vervolgens opnieuw knipperen
(om de 4 sec.), ten teken dat de laser automatisch werkt.
Na het inschakelen van de laser en het automatisch nivelleren, start de laser met de laatst gebruikte
procentwaarden en met het toerental 600 min
-1
. Door gelijktijdig op de pijltjestoetsen te drukken „Omhoog/
Rechts“ kan tussen de rotatiesnelheden 300 en 600 min
-1
(GL412/GL422) en 0 rpm (GL422) worden
omgeschakeld.
Bij 0 rpm(GL 422) stopt de laserstraal aan de andere zijde van het toetsenbord.
Met de links/rechts toetsen kan de straal in de richting van het vizier worden uitgelijnd om de zichtbare laserstraal
te gebruiken voor het leggen van buizen.. Het wijzigen van het toerental kan alleen gebeuren, wanneer de
laser zich niet in de instelmodus voor het aantal procent bevindt.
Instructie: Na het inschakelen van de laser, alsook na een verandering van de lasertemperatuur
met meer dan 5°C gebeurt er een automatische controle cyclus van de laser g nivelleerindicatie
knippert, laserstraal en rotatie worden uitgeschakeld. Tijdens de controlecyclus op grond van een
temperatuurwijziging van meer dan 5°C kan de nivellering niet worden versteld. Indien gewenst
kan een temperatuur compensatie op elk gewenst moment worden geactiveerd door gelijktijdig de
rechter en beneden pijltoets in te drukken op de laserzender of de afstandsbediening.
Instructie: Wanneer de laser in verticale wordt opgesteld,, wordt hij volautomatisch verticaal
genivelleerd en wordt de rotorkop voor de uitlijning van de assen gelijktijdig op het midden uitgelijnd.
In het display wordt weergegeven, dat met de pijltjestoetsen (/) Omhoog/Omlaag de uitlijning van
de assen kan gebeuren.
Wanneer het apparaat meer dan 9 % scheef staat (zelfnivelleringsbereik), knipperen laser en waterpasindicatoren
in een frequentie van eenmaal per seconde. Het apparaat moet dan opnieuw worden gejusteerd.
Indien de laser zich buiten het zelfnivelleringsbereik bevindt en zo blijft voor meer dan 10 minuten, zal de laser
automatisch uitschakelen om de batterijen te sparen.
Let op:
nadat de laser meer dan 5 minuten in de horizontale stand is genivelleerd en de rotor tegen een snelheid
van 600 rpm roteert, wordt de HI alarmstatus geactiveerd. Indien de laser wordt verstoord (er wordt tegen
het statief gestoten, enz.) zodat de hoogte van de laserstraal, nadat de laser weer is genivelleerd, meer
dan 3 mm verschilt, zal de HI alarmstatus de laser en de rotor uitschakelen, de rode LED zal twee keer per
seconde knipperen (tweemaal de frequentie van de manuele functie). Bovendien weerklinkt er een akoestisch
GL422 – display GL412 – display
120686_06_GL400_NL.indd 57 30.05.12 10:38










