Operation Manual

13
3 Batterijpakket en lader
3.1 Batterijpakket en opladen
D
B
C
E
C
A
1. Sluit de lader (A) aan op de netspanning.
2. Sluit de laadstekker (B) van de lader aan op het oplaadpunt van het
batterijpakket (C).
3. Tijdens het laden brandt het lampje (D) op de lader rood.
Wanneer het batterijpakket volledig geladen is, brandt het lampje groen.
Na 24 uur wordt het laden automatisch stopgezet.
Het lampje op de lader blijft groen branden.