Operation Manual

25
NL
Geavanceerde bedieningshandelingen
Een afbeelding
verwijderen
1 Druk op MENU.
Het menu wordt weergegeven.
2 Druk op v/V, selecteer [Verwijderen]
en druk daarna op .
Het menu Verwijderen wordt
weergegeven.
3 Druk op v/V, selecteer [Deze
afbeeld.], [Gesel. afb.] of [Alle
afbeeld.] en druk daarna op .
[Deze afbeeld.]: Verwijdert de afbeelding
die op dat moment wordt weergegeven.
[Gesel. afb.]: Verwijdert de geselecteerde
afbeeldingen uit de lijst van afbeeldingen.
[Alle afbeeld.]: Verwijdert alle
afbeeldingen van het apparaat waarvan op
dat moment de afbeeldingen worden
weergegeven.
Door [Gesel. afb.] te selecteren toont u de
indexweergave van het apparaat waarvan
op dat moment de afbeeldingen worden
weergegeven.
Als u [Deze afbeeld.] of [Alle afbeeld.]
selecteert, bevestig dan de
bedieningshandeling door naar stap 5 te
gaan.
4 Als u [Gesel. afb.] hebt
geselecteerd, geef dan de
afbeelding op die u wilt verwijderen.
1Druk op B/b/v/V, selecteer de
afbeelding die u wilt verwijderen, druk
daarna op .
Elke geselecteerde afbeelding krijgt een
vinkje. Herhaal deze
bedieningshandeling als u meerdere
afbeeldingen tegelijk wilt verwijderen.
Maak de selectie ongedaan door de
afbeeldingen die u wilt annuleren te
selecteren en druk dan op
om het
vinkje te verwijderen.
2Druk op MENU.
Het bevestigingsscherm voor het
verwijderen wordt weergegeven.
5 Druk op v/V, selecteer [Ja] en druk
daarna op .
De afbeelding wordt verwijderd.
Tip
Wilt u deze bedieningshandeling vanaf de fotolijst
uitvoeren, druk dan op MENU, selecteer het item met
de pijltoetsen en druk daarna op ENTER.
Interne geheugen formatteren
Wanneer u [Intern geh. formatt.] in het menu
[Diverse instellingen] gebruikt, kunt u het
interne geheugen formatteren.