Operation Manual

Kopiëren/bewerken
87
Kopiëren/bewerken
Kopiëren naar een
andere band
U kunt de beelden die zijn opgenomen met de
camcorder kopiëren en bewerken voor het
afspelen op andere apparaten, zoals
videorecorders.
1 Sluit de videorecorder aan op de
camcorder als opnameapparaat
(p. 86).
2 Maak de videorecorder gereed voor
opname.
Plaats de band voor het opnemen.
Als de videorecorder beschikt over een
ingangskeuzeschakelaar, zet u deze in de
invoerstand.
3 Maak de camcorder gereed voor het
afspelen.
Plaats de band met opnamen.
Schuif de POWER schakelaar om de
PLAY/EDIT stand te selecteren.
4 Start het afspelen op uw camcorder en
neem het op met de videorecorder.
Raadpleeg de gebruiksaanwijzing die bij de
videorecorder is geleverd.
5 Wanneer het kopiëren is voltooid,
stopt u de camcorder en de
videorecorder.
b Opmerkingen
Wanneer uw camcorder is aangesloten op de
videorecorder via de DV-interface, kunt u geen
titel, aanduidingen en woorden die zijn ingevoerd in
het indexscherm van de "Memory Stick", opnemen.
Als u kopieert met de A/V-kabel, drukt u op DSPL/
BATT INFO om aanduidingen, zoals de tijdcode, te
verbergen (p. 54). Als u dit niet doet, worden de
aanduidingen opgenomen op de band.
Wilt u de datum/tijd en de camera-instellingen
opnemen, dan moet u deze weergeven op het scherm
(p. 54).
Beelden die zijn bewerkt met beeldeffecten
([B EFFECT] p. 68), digitale effecten (p. 41, 48) of
de weergavezoomfunctie (p. 53), kunnen niet
worden uitgevoerd via de DV-interface.
Wanneer u de i.LINK-kabel gebruikt, wordt het
opgenomen beeld onscherp als de beelden worden
onderbroken op de camcorder terwijl u opneemt met
de videorecorder.
Als u banden kopieert op andere apparaten met het
Hi8 /standaard 8-mm systeem via de
DV-interface, kan het beeld trillen. Dit duidt niet op
een storing. Digitale signalen worden uitgevoerd als
beeldsignalen via de DV-interface tijdens het
afspelen.