Operation Manual

20
NL
Verhelpen van storingen
Mocht zich een probleem voordoen met de
stereo-installatie, ga dan als volgt te werk:
1 Controleer eerst of het netsnoer en de
luidsprekersnoeren juist zijn aangesloten en
stevig vastzitten.
2 Neem de volgende lijst met controlepunten
door en volg de aanwijzingen om het
probleem op te lossen.
Is het probleem niet zo eenvoudig te verhelpen,
neem dan a.u.b. contact op met uw
dichtstbijzijnde Sony handelaar.
Algemeen
De luidsprekers geven geen geluid.
Stel de geluidssterkte wat hoger in.
Controleer of er geen hoofdtelefoon is aangesloten.
Controleer of de luidspreker-aansluitingen in
orde zijn.
Ernstige brom of andere storende geluiden.
Het apparaat staat te dicht bij een TV of
videorecorder. Zet de stereo-installatie verder
van de TV of videorecorder vandaan.
Er knippert “0:00” (of “AM 12:00”) in het
uitleesvenster.
De stroomvoorziening is onderbroken geweest.
Stel de klok op de juiste tijd in (zie blz. 7) en
maak de gewenste schakelklok-instellingen
opnieuw (zie blz. 14 en 16).
De schakelklok-functies werken niet naar behoren.
Stel de klok op de juiste tijd in (zie blz. 7).
De Daily Timer wekfunctie en de schakelklok-
opname zijn niet tegelijk te gebruiken.
De aanduidingen “c DAILY” en “c REC” verschijnen
niet in het uitleesvenster wanneer u de TIMER
SELECT toets van de afstandsbediening indrukt.
Controleer of de schakelklok-instellingen juist
zijn gemaakt (zie blz. 14 en 16).
Controleer of de klok op de juiste tijd is ingesteld
(zie blz. 7).
Er verschijnen vreemde kleuren op het TV-scherm.
Zet de luidsprekers verder van het TV-toestel
vandaan.
Het apparaat reageert niet op de afstandsbediening.
Zorg dat er geen obstakels tussen de
afstandsbediening en de stereo-installatie zijn.
Richt de afstandsbediening van iets dichterbij
recht op de afstandsbedieningssensor van de
stereo-installatie.
Wellicht zijn de batterijen (bijna) leeg. Vervang
beide batterijen door nieuwe.
Controleer of de batterijen niet verkeerd-om zijn
ingelegd.
Luidsprekers
Een van de luidsprekers geen geen geluid of de
weergave van links en rechts klinkt
onevenwichtig.
Controleer de luidspreker-aansluitingen en de
opstelling van de luidsprekers.
Compact disc speler
Het afspelen van de compact disc begint niet.
Misschien is de compact disc vuil.
Er kunnen krassen op de compact disc zijn.
Probeer of een andere CD wel goed wordt
afgespeeld.
Misschien is de CD ondersteboven ingelegd, met
de label-kant onder.
Er kan vocht uit de lucht in het apparaat zijn
gecondenseerd. Verwijder de compact disc en laat
de stereo-installatie een uur lang ongebruikt aan
staan, zodat het condensvocht kan verdampen.
De weergave begint niet bij het eerste
muziekstuk.
De compact disc speler staat ingesteld op
programma-weergave of weergave in
willekeurige volgorde. Druk enkele malen op de
PLAY MODE toets zodat de “PGM” en
“SHUFFLE” aanduidingen uit het uitleesvenster
verdwijnen.
Cassettedeck
Het opnemen lukt niet.
Misschien is er geen cassette in de houder
aanwezig.
Het wispreventienokje van de cassette is
verwijderd (zie blz. 19).
De band is geheel naar het einde doorgespoeld.
Het is niet mogelijk op te nemen of weer te
geven of het geluid klinkt maar heel zacht.
Wellicht zijn de bandkoppen vuil. Reinig de
koppen (zie blz. 19).
De opname/weergavekoppen zijn
gemagnetiseerd. Demagnetiseer de bandkoppen
(zie blz. 19).
Eerdere opnamen worden onvoldoende gewist.
De opname/weergavekoppen zijn
gemagnetiseerd. Demagnetiseer de bandkoppen
(zie blz. 19).
Teveel snelheidsfluctuaties of soms wegvallend
geluid.
Vuil op de capstan-assen of aandrukrollen. Reinig
de koppen en het bandloopwerk (zie blz. 19).
Teveel ruis of wegvallende hoge tonen.
De opname/weergavekoppen zijn
gemagnetiseerd. Demagnetiseer de bandkoppen
(zie blz. 19).