Operation Manual

12
Als u los verkrijgbare CD-apparatuur aansluit,
kunt u CDs en CD TEXT discs een
gepersonaliseerde naam geven met behulp van
de disc memo-functie. Zie Een CD een naam
geven (pagina 15).
Als u gepersonaliseerde namen gebruikt,
krijgen die echter altijd voorrang op de
oorspronkelijke CD TEXT informatie wanneer
dergelijke informatie wordt weergegeven.
Nadat u het gewenste item hebt gekozen, keert
het uitleesvenster na enkele seconden
automatisch terug naar de Motion Display
mode.
In de Motion Display mode, rollen alle
bovenstaande items achtereenvolgens in het
uitleesvenster.
Tip
De Motion Display mode kan worden afgezet. (Zie
“De instellingen voor het geluid en het
uitleesvenster wijzigen” op pagina 37.)
Een CD of MD afspelen
(met los verkrijgbare CD/MD-apparatuur)
1 Druk herhaaldelijk op (SOURCE) om
CD of MD te kiezen.
2 Druk op (MODE) tot de gewenste
apparatuur verschijnt.
CD/MD-apparatuur start.
Alle discs in de huidige CD/MD-apparatuur
worden vanaf het begin weergegeven.
De weergave in het uitleesvenster
wijzigen
Telkens wanneer u tijdens de weergave van
een MD, CD of CD TEXT disc op (DSPL/PTY)
drukt, verandert het uitleesvenster als volgt:
V
Discnummer*
1
/Muziekstuknummer/
Verstreken speelduur
V
Disc-naam*
2
/artiestennaam*
3
V
Muziekstuk-naam*
4
V
FM1 Frequentie*
5
*
1
Met los verkrijgbare CD/MD apparatuur
aangesloten.
*
2
Als u de CD of CD TEXT disc geen naam hebt
gegeven of als er geen naam op de MD is
opgenomen, verschijnt “NO D.Name” in het
uitleesvenster.
*
3
Bij het afspelen van een CD TEXT disc verschijnt
de artiestennaam achter de disc-naam in het
uitleesvenster. (Alleen voor CD TEXT discs met
artiestennaam.)
*
4
Als de muziekstuknaam van een CD TEXT disc
of MD niet is opgenomen, verschijnt “NO
T.Name” in het uitleesvenster.
*
5
Met de AF/TA-functie geactiveerd.