Operation Manual
9
Aan de slag
Basisinstellingen
Wanneer u de telefoon hebt ingeschakeld, wordt de naam
van de serviceprovider weergegeven.
Beveiligingsinstellingen
1. Om gebruik van uw telefoon door onbevoegden te
voorkomen, kunt u een pincode instellen. Selecteer
Menu > Instellingen > Beveiligingsinstellingen
> Pincode > Aan > OK. Wanneer u het gebruik van
de pincode hebt ingesteld, moet u de pincode invoeren
wanneer u de telefoon inschakelt. Als u een foute
pincode opgeeft, krijgt u geen toegang tot de telefoon.
2. Om de pincode te wijzigen, selecteert u Menu >
Instellingen > Beveiligingsinstellingen > Wijzig
code > OK. U kunt codes wijzigen voor PIN, PIN2 en
het blokkeren van gesprekken.
Datum en tijd
1. Om de datum en tijd in te stellen, selecteert u Menu >
Instellingen > Datum en tijd > OK.
Automatische toetsvergrendeling
1. Als u het toetsenblok wilt vergrendelen, selecteert u
Menu > Instellingen > Tel.instellingen > Autom.
toetsvergrendeling > OK. U kunt op deze manier
de voorziening in- en uitschakelen.
2. U kunt het toetsenblok ook vergrendelen en
ontgrendelen door de toets ‘*’ ingedrukt te houden.
Stille modus
In de stille modus werken de signalen voor gesprekken, het
alarm, de functie Organiseren, SMS, PTT-gesprekken en de
batterijstatus niet.
1. Selecteer Menu > Snelle instellingen > Stil > OK
> Inschakelen.










