Operation Manual
39
Instellingen
door de serviceprovider of operator.
5. Selecteer tijdsynch Aan/Uit zoals bepaald door de
serviceprovider of operator.
Veiligheidsinstellingen
Om ongemachtigd gebruik van uw telefoon te voorkomen,
kunt u de PIN-beveiliging en toetsenpaneelvergrendeling
instellen.
PIN-beveiliging
Om de PIN-beveiliging in te schakelen, selecteer
Menu> Instellingen > Veiligheidsinstellingen > PIN-
beveiliging> Aan. Voer het wachtwoord in.
PIN wijzigen (Change PIN)
Om de PIN-code te wijzigen, selecteert u PIN wijzigen.
PIN2 wijzigen
Om andere wachtwoorden te wijzigen, selecteert u PIN 2
wijzigen en wijzigt u het desbetreffende wachtwoord.
Telefoonvergrendeling
Het standaard wachtwoord voor de telefoonvergrendeling
is 1234. Voor het PIN dient u contact op te nemen met
uw operator.
Beveiliging
U kunt een wachtwoord instellen om niet toegestaan
gebruik van berichten, telefoonboek, gesprekgeschiedenis
en Mijn bestanden van uw telefoon te voorkomen. Om
deze applicatie te gebruiken, doe het volgende:
1. Selecteer Menu > Instellingen > Beveiligingsin-
stellingen > Beveiliging > Beveiliging > Aan.
2. Voer het wachtwoord in. Het standaardwachtwoord
is 1234.
3. Selecteer Activering en voer het wachtwoord in.
Selecteer het menu dat u met een wachtwoord wilt
beveiligen.
4. Selecteer Voltooid en vervolgens Opslaan. Het gese-
lec teerde menu is nu met een wachtwoord beveiligd.
Certificaat-manager
U kunt de informatie over de geautoriseerde certicaten
en gebruikerscerticaten weergeven.
Standaardinstellingen herstellen
Hiermee worden de instellingen opnieuw op de
oorspronkelijke fabrieksinstellingen ingesteld. Merk
op dat dit wijzigingen die u aan de instellingen hebt
aangebracht kan wijzigen.