Installation Instructions
71
46900V006_Rev-D_NL
16.3 Tijdvolgorde van de aandrijvingsverlichting in de normale modus en bij
storingen
De knippersequenties informeren de installateur, de eindklant en de telefonische support over de storingen.
In normale modus
Knippersequenties Mogelijke oorzaak Oplossing
Aandrijvingsverlichting knippert als
waarschuwingslicht
• Programmeermodus geactiveerd
• Voorwaarschuwingstijd geactiveerd
• Omkeerbeweging, softomkering
en stilstand na een soft- of
omkeerbeweging
• Functie voor HFL geactiveerd
• Geen, ter informatie
Bij storingen
Knippersequenties Mogelijke oorzaak Oplossing
Vraag
Aandrijving wacht op commando
• Wachten op een bevestiging bij de
positieprogrammeerbeweging van de
eindpositie Deur DICHT
• Bevestiging van de
positieprogrammeerbeweging
Alarm
Een gebeurtenis heeft een storing
geactiveerd
• Fotocel / veiligheidssysteem vóór de
beweging niet in orde
• Fotocel controleren, indien nodig
opnieuw afstellen
• Indien nodig componenten door een
opgeleide specialist laten vervangen
• Onderbreking van een veiligheidssys-
teem tijdens de beweging
• Obstakel verwijderen
• Dodemansbeweging,
veiligheidssysteem niet in orde
• Door een opgeleide specialist laten
controleren
• Motor wordt van buiten verschoven
(bijvoorbeeld inbraakpoging)
• Ter informatie
Service
Een gebeurtenis heeft een storing
geactiveerd
• Service nodig (servicedagen,
servicecycli zijn bereikt)
• De service door een opgeleide
specialist laten uitvoeren
• Eventueel wijken na 180 dagen de
basisgegevens van de krachtcurve
voor de deurbeweging af van de
feitelijke gegevens
• Gewichtsbalans en deurmechanisme
controleren
• Eventueel een krachtreset uitvoeren,
zie hoofdstuk "10.13 Besturing
resetten" paragraaf "Krachtwaarden
wissen"
• Motortemperatuur te hoog
(oververhitting)
• Motor laten afkoelen
• Programmeren van moeilijke posities
bij omkering zonder zichtbare
oorzaak. Daarbij wordt het hele
traject van eindpositie tot eindpositie
doorlopen (dodeman op afstand,
alleen in direct zichtbereik)
• Ter informatie
Fout
Aandrijving of onderdelen van aandrijving
defect
• Zelftest van elektronica
• Blokkeringsdetectie (overbrenging
gebroken, Hall-sensor defect)
• Door een opgeleide specialist laten
controleren en componenten indien
nodig laten vervangen
• Eindschakelaar werkt niet
(bijvoorbeeld kabelbreuk,
eindschakelaar defect)
• Kabelverbindingen door een
opgeleide specialist laten controleren
en indien nodig componenten laten
vervangen
• Telimpulsen vinden in de verkeerde
richting plaats (motorkabel is
verkeerd aangesloten)
• Bedrading controleren, indien nodig
corrigeren
• Looptijdoverschrijding • Loopweg te lang, loopweg is tot max.
7.500 mm beperkt
• Fout bij plausibiliteitscontrole door
Memo
• Door een opgeleide specialist
laten controleren en indien nodig
componenten laten vervangen
16. Storingen verhelpen